Waar de melkaanvoer in de Verenigde Staten een afvlakkende trend toont, laten de melkprijzen juist een duidelijke stijging zien. Hoe komt dit?
Daar waar de melkaanvoer in maart een trendbreuk toonde en onder het niveau van 2018 lag, laten de cijfers over april een minimale plus zien van 0,3% tot 7,88 miljoen ton. De cijfers van het Amerikaanse ministerie van Landbouw (USDA) tonen aan dat de afvlakkende melkproductie, welke al een paar maanden aan de gang is, doorzet.
Wat opvalt, is dat in grote melkproducerende staten (zoals Californië en Texas) aanzienlijk meer wordt gemolken dan 1 jaar geleden. Deze stijging wordt echter gecompenseerd door de (grote) minnen in de kleinere staten.
Dalende lijn gestopt
Het USDA telde over april 9,32 miljoen melkkoeien, waardoor het aantal nagenoeg gelijk is aan maart. Dit wijst erop dat de dalende trend gestopt is. Een reden hiervoor is de snel gestegen melkprijs. De prijs van Klasse III standaard melk steeg over april namelijk met ruim 5% tot $15,96 per 100 kilo. Dit is het hoogste niveau voor april sinds 2014 en tevens 10% hoger dan dezelfde maand vorig jaar.
De melkprijzen reageren met name op prijsstijgingen van verschillende zuivelfabricaten; zo is de prijs van Cheddar sinds december 2018 aan een opmars begonnen, waardoor het dieptepunt achter de rug is. Daarbij ligt een stijging voor de hand, omdat Canada en Mexico de importheffingen op Amerikaanse zuivel waarschijnlijk intrekken.