Vetproducten drukken Global Dairy Trade omlaag

De verwachtingen waren vooraf niet hooggespannen, gezien het huidige winterseizoen in Nieuw-Zeeland. De zuivelexport vanuit Nieuw-Zeeland loopt evenwel goed door, wat kon betekenen dat afnemers de voorraden wilden aanvullen. Ook het oplopende conflict tussen de Verenigde Staten en China en de hittegolf in de Europese Unie kon volgens Greenmark Dairy een rol spelen.

Aanbod vet stijgt
Uiteindelijk lijkt vooral het aanbod een drijfveer te zijn geweest achter de prijsontwikkelingen. Het aanbod van boter en cheddar steeg ten opzichte van de vorige veiling op 18 juni bijvoorbeeld met respectievelijk 30% en 44%. Het aanbod van melkvet, na volle en magere melkpoeder het derde product op de GDT, bleef met een kleine plus van 0,62% vrijwel gelijk.

Vooral vet moest een veer laten in de waarde. De notering voor melkvet daalde met 1,9% tot $5.433 dollar per ton, boter moest 4,8% inleveren tot $4.339 per ton en Cheddar werd 1,5% minder waard tot $3.756 per ton. 

Licht in de min
Eiwit kon deze prijsdalingen uiteindelijk niet compenseren. Zo bleef de waarde van het grootste product op de veiling (volle melkpoeder) met $2.969 per ton vrijwel gelijk aan de notering van 2 weken geleden. Het aanbod van magere melkpoeder bleef 18,1% achter ten opzichte van de veildag medio juni. Het krappere aanbod vertaalde zich in een 3,2% hogere prijs tot $2.430 per ton.

Uiteindelijk sloot de GDT af met een gemiddelde notering van $3.302 per ton, een daling van 0,4% ten opzichte van de vorige veiling op dinsdag 18 juni. Daarmee eindigt de veiling voor de vierde achtereenvolgende keer in de min. Na overigens de 8 veildagen daarvoor in dit kalenderjaar 2019 (soms dik) in de plus te zijn uitgekomen.