Een brede coalitie vanuit de melkveehouderij en zuivelsector presenteert voorafgaand aan de behandeling van de landbouwbegroting in de Tweede Kamer een doorgerekend pakket managementmaatregelen gericht op stikstofreductie. Tegelijkertijd roept LTO Nederland op jaarlijks €1,7 miljard te reserveren voor de stikstofversnellingsaanpak.
Bovenstaande oproep wordt gedaan in samenspraak met ondernemers en natuurorganisaties. Niet betrokken zijn de kritischere landbouworganisaties, zoals de Nederlandse Melkveehouders Vakbond (NMV), Agractie en Farmers Defence Force (FDF), die volgens recent onderzoek over veel vertrouwen in de agrarische sector beschikken. De eerste twee partijen zijn volgens Wil Meulenbroeks, voorzitter van LTO Melkveehouderij, zelf afgehaakt, met FDF lukte het ook niet om tot overeenstemming te komen.
Wel betrokken bij de plannen zijn Rabobank, de Nederlandse Zuivelorganisatie (NZO), het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK), partners in de Coalitie Toekomstbestendige Melkveehouderij (CTM) plus het Biohuis/Natuurweide en Netwerk GRONDIG.
Praktijkmaatregelen
Het doorgerekende pakket bestaat uit een reeks praktijkmaatregelen op het boerenerf. Deze maatregelen hebben betrekking op het voermanagement, de mestaanwending en de weidegang. Een vierde spoor heeft te maken met de biologische systeemlandbouw. Voor genoemde maatregelen is jaarlijks €80 miljoen nodig. Dit is met het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit besproken.
Centraal in de aanpak op boerderijniveau staat, volgens de partners, de keuzevrijheid voor de melkveehouder en het ontwikkelen van kennis. De melkveehouder kan zelf de maatregelen nemen die passen bij de specifieke situatie op zijn/haar bedrijf en daarmee de bedrijfsvoering versterken. De organisaties van veevoerbedrijven, loonwerkers en anderen ondersteunen en adviseren melkveehouders bij het maken van deze keuzes. Daarvoor worden pilots opgezet. De overheid draagt financieel bij.
In een oproep aan de Tweede Kamer vraagt LTO Nederland wel om meer te doen. De afgelopen jaren noemde de Tweede Kamer het verdienvermogen in de agrarische sector regelmatig één van de belangrijkste opgaven, zo herinnert de organisatie. Tegelijkertijd worden de agrarisch ondernemers geconfronteerd met duizenden euro's aan kostenverhogende regelgeving in onder meer het zevende Actieprogramma Nitraatrichtlijn of het Nationaal Strategisch Plan (onderdeel van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid). Daarom pleit LTO Nederland voor een bedrijfseconomische impactanalyse van politieke plannen, zodat er 'eerlijke keuzes' worden gemaakt.
Extra waardecreatie
Nieuwe initiatieven om het verdienvermogen te verbeteren zijn, volgens de brancheorganisatie, nodig. Onder andere daarom zijn vertegenwoordigers van de landbouwsector samen met supermarkten en andere partijen om tafel gegaan. Er wordt gewerkt aan extra waardecreatie: onderscheidende producten waar de consument bereid is een meerprijs voor te betalen. Maar extra hulp van de overheid is ook zeker nodig, stelt LTO Nederland.
De 1,7 miljard die de komende vier jaar telkens wordt gevraagd, is vooral nodig voor grote aanpassingen in het landelijk gebied. Daarbij moet gedacht worden aan bedrijfsverplaatsing, opkoop en dergelijke.