Fundament onder melkprijs nog altijd van beton

Vooral de prijzen van boter en melkpoeder hebben last van een vormdip. De kaasnotering beweegt stabieler, al ontstaat op de markt nu wel wat meer prijsdruk. De reden van de lagere melkpoederprijzen is grotendeels te lieren aan vraaguitval in het Midden-Oosten en Azië, omdat zij de prijzen te gortig vinden. Dit ondanks dat de euro zwak is. Daar komt nog eens bij dat China sowieso om minder product verlegen zit door de groeiende melkproductie in het land.

Ondertussen is de boterprijs van DCA afgedaald tot €7.000 per ton. Magere melkpoeder is teruggezakt naar ruim €3.800. Beide fabricaten verloren in de afgelopen week zo'n 5% tot 10%. Een daling die ook gezien kan worden - op één correctie na - na de prijsopmars door de oorlog in Oekraïne. Voor een flinke prijsval zijn, mede door krappe voorraden, geen aanwijzingen.

Fundament niet aangetast
De uitbetalingsprijzen van melkveehouders lopen een paar maanden achter op de zuivelprijsontwikkelingen. Op dit moment stijgen de melkprijzen nog op basis van de opmars die aan het eind van het eerste kwartaal zichtbaar was. Exclusief de bonussen en premies, zijn de melkprijzen bij vrijwel alle verwerkers de grens van €50 per 100 kilo gepasseerd. De grondstofwaarde ligt daar, op basis van de valorisatie van magere melkpoeder en boter, nog altijd boven. Die is afgelopen weken teruggezakt van krap €70 tot onder de €65. Tot deze niveaus zullen de melkprijzen niet zomaar stijgen. Dit omdat de grondstofwaarde wordt berekend op weekkoersen, terwijl contractprijzen vaak op lagere niveaus worden afgesloten.

De haperende zuivelmarkt van de afgelopen weken heeft de bodem onder de melkprijs niet aangetast, maar beperkt enkel de verdere stijgingsruimte. Desalniettemin is de verwachting dat de melkprijzen ook in juni nog verder blijven oplopen, zij het waarschijnlijk minder hard als voorheen. De grote kloof tussen de uitbetalingsprijzen en de grondstofwaarde van melk zal daarmee slinken.