Een turbulent jaar op de zuivelmarkt loopt ten einde. Een jaar vol optimisme en hoge prijzen eindigt enigszins in mineurstemming doordat er weinig optimisme is voor het nieuwe jaar. De markt zit aan de vooravond van 2023 bovendien nog vol vraagtekens.
Het onrustige vierde kwartaal werd deze week rustig afgesloten. Veel handel is door de vakantie niet gedaan. Bij sommige handelshuizen bleven de boeken op sommige dagen zelfs leeg. Enkel in het vloeibare segment was er de nodige beweging wat resulteerde in hogere prijzen. De kerstdip was dit jaar behoorlijk diep, maar zoals verwacht kon de opwaartse lijn weer worden ingezet. Spotmelk klom weer op tot boven €40. Ook room en magere melkconcentraat klimmen uit het dal, waarbij er in het licht van de boter- en magere melkpoederprijzen nog enige stijgingspotentie is.
Verstopte vraag?
Wat het verhaal voor 2023 wordt, is bij voorbaat lastig aan te geven. Het fors gestegen melkaanbod in Noordwest-Europa en vraaguitval door de hoge inflatie werken enigszins verlammend voor de markt. Hoewel de prijzen voor kaas, boter en melkpoeder stevig zijn afgewaardeerd, lukt het maar niet om een bodem te vinden. De gedachte is dat kopers zich soms verstoppen, in de wetenschap dat het aanbod niet voor hun neus wordt weggekaapt. Maar deze 'wens' van producenten kan natuurlijk ook de vader van de gedachte zijn. De poedermarkt in het bijzonder kampt daarbij ook met weinig exportvraag op de wereldmarkt, waarbij de opleving van het coronavirus in China op korte termijn bovendien weinig zicht op verbetering biedt.
Hoe groot wordt inflatiepijn?
De ingezette daling van de uitbetalingsprijzen remmen waarschijnlijk niet direct de prikkel bij melkveehouders om het voet van het gaspedaal te halen. Want ook melkprijzen kort onder de €60 zijn natuurlijk prima. De hoop in de markt is gevestigd op een terugkeer van de vraag. Mogelijk valt de inflatiepijn door de looncompensaties minder groot uit en blijft het consumptiepatroon op peil, al is dat nog een groot vraagteken.