De markt voor vloeibare zuivel heeft zich in de voorbije weken hersteld van de zware depressie waar die na de jaarwisseling in is terecht gekomen, maar niet terug naar het niveau van de melkprijzen die de melkveehouderij ontvangt.
In de praktijk is zichtbaar dat prijzen naar elkaar toe trekken. Vrij beschikbare rauwe melk en ook room zijn weer duurder geworden, terwijl de gemiddelde grondstofwaarde van melk blijft dalen en ook de aan melkveehouders uitbetaalde melkprijzen zakken. Bij elkaar zitten doen ze evenwel nog niet.
Het opveren van de vrije prijzen voor vloeibare zuivel wordt toegeschreven aan een combinatie van factoren. De zuivelmarkt wordt, net als veel andere markten, deels bepaald door sentiment. Direct na de jaarwisseling was dat sentiment behoorlijk negatief. Daardoor bleven kopers afwachten met het afsluiten van nieuwe overeenkomsten, ook al slonken de aanwezige voorraden.
Er was dus sprake van een overreactie, die in de afgelopen weken weg-ebde. Ook de prijzen van sommige vaste zuivelsoorten stabiliseerden. Bovendien ontstond nieuwe vraag naar vloeibaar product vanuit onder meer Zuid-Europa.
Wat nog wel spannend blijft, is dat de melkaanvoer vanuit de primaire sector relatief sterk is en de komende maanden zal blijven oplopen naar een piek ergens in mei. Dat is het traditionele seizoenspatroon.
{{dataviewSnapshot(46_1676454850)}}
Voor nu hindert dat het herstel van de vloeibare zuivelprijzen niet. Wel blijven de prijzen van magere melkconcentraat (veel gebruikt voor verse zuivel) relatief iets achterblijven. De roomprijs maakt stevige stappen omhoog, maar blijft qua verwaarding nog iets achter ten opzichte van boter. Die vraag daarbij is straks welke productprijs de andere gaat beïnvloeden; de roomprijs die meer richting boter-equivalent gaat of andersom.