In zomerweken zakt de bodem relatief snel weg onder de huidige melkprijzen. Er worden weliswaar vrij weinig zaken gedaan, maar de prijzen dalen wel. Met name bij melkpoeder, kaas en boter. Dat levert bij terugkeer van vakantie en herstel van normale marktomstandigheden dan wel een flink lager instapniveau op voor kopers. Dat kan nieuwe vraag opleveren. Voor verkopende partijen zijn deze vakantieweken evenwel niet erg voordelig. Veel van wat aan handel nu wordt gedaan, kost geld.
Dat is ook goed terug te zien in het verschil in prijsniveau voor prompte levering en voor later dit jaar, zeg het vierde kwartaal. Toch blijft er behoefte aan handel voor levering op korte termijn, omdat producenten af moeten van bepaalde partijen product, of omdat kopers toch product tekort komen. Dit laatste komt relatief wel minder vaak voor, omdat de meeste bedrijven al vrij goed zijn voorzien, en ook omdat consumenten de hand meer op de knip houden. Uit Duitse retailcijfers blijkt dat consumenten geleidelijk aan ook minder geld uitgeven per eenheid (zuivel)product.
Bij de vaste zuivel is het deze week de boter waar zich de grootste prijsdalingen voordoen. Nederlands en Duits product blijft nog redelijk prijshoudend, maar er is veel concurrentie van met name Ierse boter. Deze wordt hier en daar zelfs voor minder dan €4.100 per 1.000 kilo aangeboden. Dat is meer dan €200 per ton goedkoper dan de DCA notering voor Nederlands/Duits product.
Met boter ging ook de prijs van room omlaag, evenals die van magere melkconcentraat. Het laatste product daalde procentueel gezien het hardst in prijs. Dat komt met name doordat Franse zuivelfabrieken concentraat 'lozen'. Niet vanwege een hoge melkaanvoer, maar vanwege een achterblijvende vraag. Ze hebben weinig zin om zuivelproducten te maken die niet door de markt worden opgenomen. Dit Franse concentraat is te koop voor prijzen tussen de €1.600 en €1.800 per ton, terwijl de DCA-notering een fractie onder de €2.000 per ton ligt.
Ook de noteringen voor rauwe melk dalen, zowel in Nederland als in Duitsland. Er is niet veel aanvoer, maar er is ook weinig behoefte aan melk. Normaliter zou er vanuit Zuid-Europa nog wel wat vraag zijn, maar dat is nu ook even niet het geval. Het is in veel gevallen te heet, zo werd gemeld.
Zoals hiervoor gemeld, staat de concentraatprijs wel onder druk, maar toch blijft die te hoog om renderend poeder van te maken. De melkpoedernotering van DCA ligt nog geen €200 per ton hoger. Dat is een te klein verschil voor een renderende productie. Met €2.175 per ton is de prijs van magere melkpoeder overigens ook op het laagste niveau sinds 2020 beland. Ook weipoeder blijft in prijs dalen. Alleen volle melkpoeder blijft prijshoudend en lijkt zelfs in prijs te stijgen.
De kaasnotering gaat ook in rap tempo omlaag. Soms tot verrassing ook van producenten. Vorige week nog zag het Noord-Duitse Ammerland zich nog genoodzaakt om een aangekondigde prijsverhoging in allerijl in te trekken. Het bedrijf had niet doorgehad hoe snel en hoe ver de markt een andere richting was ingeslagen. De huidige DCA-notering zit zo'n €420 per ton onder de prijs die Ammerland amper twee weken terug in de markt zette.
Mozzarella is dankzij een goede vraag vanuit de markt beter prijshoudend, Cheddar en Emmentaler moeten ook een stapje terug doen.