Het is in verschillende opzichten schipperen voor handelaren op de ruwvoermarkt. De oogst van stro en graszaadhooi staat op een laag pitje door onstabiel weer. Dat heeft overigens op verschillende effecten op de markt. In de bijproducten lijken de ontwikkelingen in Oekraïne niet ongemerkt voorbij te gaan.
Vanuit Frankrijk is er redelijk aanbod van goed gewonnen stro op het moment. Het aanbod van Nederlands stro is povertjes vergeleken daarmee. Dat is op zich ook niet vreemd voor eind juli. De oogstpiek is doorgaans augustus. Buiig weer helpt het aanbod van stro alleen niet. Deels is de graanoogst even gestopt in afwachting van droog weer. Maar de belangstelling voor akkerbouwers om stro te persen neemt ook af volgens verschillende handelaren. In de lente is er minder mest uitgereden door een natte lente en akkerbouwers met ruimte willen nu niet het risico lopen dat het stro een paar weken moet blijven liggen waardoor nog een keer de kans om mest uit te rijden wordt gemist. Dat kan overigens ook weer zo omslaan, maar dan moet het weer wel vaster worden. Prijzen die gevraagd worden voor stro lopen behoorlijk uiteen tussen verschillende handelaren. De DCA Indicatieprijs voor tarwestro komt deze week uit op €125 per ton en voor gerstestro op €130 per ton.
Ook bij graszaadhooi zijn er grote verschillen tussen handelaren. De een heeft maar weinig vraag, terwijl een ander meldt veel belangstelling te hebben. Waar de meeste handelaren het wel over eens zijn, is dat het aanbod niet overhoudt. Ook hier wordt de hakselaar op de combine makkelijk aangezet. De DCA Indicatieprijs blijft gelijk aan vorige week op €145 per ton. Weidehooi is eveneens moeilijk te krijgen. De DCA Indicatieprijs doet een stapje omhoog deze week naar €185 per ton.
Volatiliteit op grondstoffenmarkt
De vraag naar bijproducten blijft er zeker voor deze tijd van het jaar goed opzitten. De groei komt er nu wel weer een beetje in bij het gras, maar de eerste en tweede snede waren niet overal evengoed en najaarsgras is nooit de echte topper in het rantsoen. Mede daardoor blijft er vrij goede vraag naar bijproducten. De ontwikkelingen op de grondstofmarkten na de aanvallen van Rusland op Oekraïne maken verwerkende bedrijven voorzichtig. Normaal is de oogstperiode de goedkoopste periode om grondstof vast te leggen, maar dat loopt nu anders. En een stijging van de eiwithoudende grondstoffen werkt op termijn ook door in verschillende bijproducten die direct of indirect gerelateerd zijn aan de grondstofmarkten, zoals tarwegistconcentraat, sojaschroot of maïsgluten. De aardappelverwerkende industrie moet nog opstarten op de nieuwe oogst aardappelen, dus het aanbod stoomschillen snipper en andere restproducten is beperkt bij de meeste leveranciers. Bij bierbostel zijn vraag en aanbod aardig in evenwicht. Dat is ook terug te zien in de DCA Indicatieprijs die onveranderd blijft op €3,80 per procent droge stof.
In snijmaïs en kuilgras zit weinig verandering. Maïs is iets beter te krijgen maar verkopers zakken nog niet in prijs. De DCA Indicatieprijs blijft stabiel op €115 per ton. Goed kuilgras is en blijft schaars. De extensievere bedrijven zijn niet happig om nu goed gras weg te doen. Verschillende handelaren melden dat je het nu vooral moet hebben van stoppende bedrijven. De DCA Indicatieprijs doet een stapje omhoog naar €110 per ton.