Kaasprijzen opnieuw snelste stijger in markt

Bij de kaasprijzen is het duidelijk de Cheddar die meteen inhaalslag bezig is. Waar Goudse foliekaas ruwweg 1,5% in prijs steeg, ging Cheddar volgens de notering van DCA wel 4% in prijs omhoog. Goed nieuws voor onder meer een grote Belgische producent.

De verklaring voor de snelle prijsstijging is dat de voorraden goedkope Britse en Ierse Cheddar nu echt wel uit de markt zijn en kopers voor nieuw product zijn aangewezen op continentale Cheddar, die ook nog eens in kleinere volumes op de markt komt. Dit product was in de voorbije maanden steeds al duurder dan het Brits/Ierse product, maar nu die stroom is opgedroogd, valt er weinig meer te kiezen voor de Cheddar-kopers, met deze nuance dat er nog steeds genoeg aanbieders van Cheddar zijn op het Europese vasteland.  

Natuurkaas loopt nog achter
Ondanks de inhaalslag van Cheddar blijft Goudse foliekaas nog steeds overgewaardeerd als het gaat om drogestofgehalte. Ook relatief overgewaardeerd blijft de foliekaas ten opzichte van natuurkaas. Die loopt nog steeds enkele dubbeltjes per kilo achterop.

De stevige kaasproductie doet een behoorlijk beroep op de beschikbare melk en concentraat. Deze situatie lijkt na de jaarwisseling niet snel te veranderen, omdat - zeker in Nederland - er twee remmen zijn op de melkproductie: blauwtong en de mestafzetproblematiek. Blauwtong zorgt voor een lagere melkaanvoer. 

Twee remmen op melkaanvoer
De scherpere mestnormen in verband met de derogatie dreigen ook een toenemend aantal bedrijven klem te zetten en te dwingen om minder melk te produceren. In de buurlanden van Nederland speelt niet helemaal hetzelfde, maar ook daar zijn er problemen in de melkveehouderij die de productie negatief kunnen beïnvloeden, en de prijzen dan op niveau kunnen houden. Van overschotten aan melk is nu vrijwel nergens sprake.

Rustiger exportvraag
De melkpoederprijs ontwikkelt zich duidelijk rustiger dan de kaasprijs. Melkpoeder is ook veel meer een exportproduct, dat in hoge mate afhankelijk is van de wereldmarkt. Op die markt loopt het even iets minder vlot qua verkopen door een combinatie van concurrerend aanbod vanuit met name de VS, minder goede wisselkoersen en een niet overweldigende exportvraag. Desondanks moesten deze week voor alle poeders toch iets hogere prijzen worden betaald.

De ingewikkeldste markt is de botermarkt. De boterprijs is in de voorbije weken gestaag omhoog gegaan, vooral vanwege de nog veel hogere en sterker gestegen roomprijs. Toevallig ging deze week de roomprijs iets minder hard omhoog, maar afgemeten aan de roomprijs had boter €500 tot €600 per ton duurder moeten zijn (of room zou eenzelfde bedrag in prijs moeten zakken) om zo de prijsbalans tussen beide producten te herstellen.

Room is in ieder geval nog steeds te duur om boter van te maken. Dat probleem blijft voorlopig opgelost worden door te putten uit bestaande voorraden (en er zijn lang lopende, oudere leveringscontracten). Hoe lang dit door kan gaan, is niet helder. Boter komt naar verluidt van steeds exotischer bestemmingen. De spanning op de botermarkt wordt bovendien opgevoerd doordat er ook stevig wordt gespeculeerd met de notering op de termijnmarkt.

Enkel vanuit de markt geredeneerd lijkt er ruimte voor hogere prijzen, maar consumenten moeten niet gaan afhaken vanwege te hoge prijzen. Dat lijkt nu nog mee te vallen, gezien de winkelprijzen.

De prijzen voor de halffabricaten room en magere melkconcentraat zijn deze week relatief beperkt gestegen, maar ze zijn niet bepaald laag. Room wordt nog altijd goed gevraagd voor de versproductie, concentraat eveneens, maar ook voor kaas. Voor de poederproductie is het te duur.

Ingedikte wei is relatief stabiel in prijs, hoewel fors duurder dan afgelopen voorjaar en zomer, toen het bijna tegen betaling moest worden opgehaald. Dat is toch een verschil van ruim €500 per ton. De laatste maanden weet dikwei weer een redelijk vaste prijsafstand te bewaren ten opzichte van weipoeder.

Vanwege de krappe beschikbaarheid van melk zijn ook de prijzen op de spotmarkt weer iets gestegen. Spotmelk brengt daardoor weer meer op dan de gemiddelde fabrieksprijs die boeren krijgen.