Het wordt in zekere zin een beetje eentonig op de zuivelmarkt, hoewel deels onverwacht. De kaasprijzen gaan weer verder omhoog. Room doet er ook een flink schepje bij, met boter in het kielzog. Rauwe melk is stabiel, melkpoeder heeft het moeilijker.
Globaal gezien kan de zuivelindustrie met de huidige commodityprijzen geleidelijk weer meer melkgeld uitbetalen, al is de uitbetalingsruimte niet helemaal gelijk verdeeld.
De spotmarkt voor rauwe melk blijft boven de gemiddelde uitbetalingsprijzen van de fabrieken, maar is gezien de beschikbaarheid van melk en de goede kaasmarkt ergens ook opvallend stabiel.
De kaasmarkt blijft verrassen. Deze week werden weer hogere prijzen genoteerd en dat had niet iedereen voorzien. De prijs voor Goudse en Edammer foliekaas zette opnieuw een stevige stap omhoog. Niet naar het niveau van vorig jaar, maar wel naar een hoogtepunt dit jaar.
En al produceren de kaasfabrieken behoorlijke volumes van met name Goudse en Edammer foliekaas, de markt raakt nog niet overvoerd. Afnemers betalen zonder veel morren de gevraagde prijs en er is geen sprake van voorraadopbouw.
De wei die ook een stuk meer opbrengt dan tot afgelopen nazomer, wordt ook redelijk goed verkocht. Er gaat veel van dit product in sport- en gezondheidsvoeding. Een ander deel gaat in fat-filled melkpoeder, terwijl ook de kalvermelkindustrie een beetje door blijft kopen.
De botermarkt blijft eveneens oplopen, al wordt nog steeds vrij weinig vers product gemaakt. De roomprijs blijft veel te hoog om verse boter van te maken. Dit probleem is de laatste weken alleen maar groter geworden, ondanks de oplopende boterprijs. De roomprijs is vrijwel steeds nog een beetje meer omhoog gegaan. Deze week zelfs meer.
De markt voor (magere) melkpoeder ontwikkelt zich moeizamer dan die voor kaas. De afzet binnen de Europese Unie gaat relatief goed, maar er blijft ook export nodig om de markt gezond te houden. Juist bij die export gaat het moeilijk. Dat komt door meerdere factoren. De wisselkoersverhoudingen hebben zich de laatste tijd niet bepaald gunstig voor Europa ontwikkeld. Dat maakt Europees product relatief duur. Daarnaast werden op de jongste GDT-veiling lagere prijzen betaald voor mager poeder, al viel het voor poeders met herkomst Europa nog iets mee.
{{dataviewSnapshot(46_1700752111)}}
Tenslotte is er op de internationale melkpoedermarkt, naast de gewone Nieuw-Zeelandse, Amerikaanse en Zuid-Amerikaanse concurrentie ook nog concurrentie van extra goedkoop Russisch en Wit-Russisch poeder. De export van deze landen wordt weliswaar getroffen door Westers sanctiebeleid, maar via het 'grijze' circuit is er op bepaalde markten, zoals die in Algerije, toch Russisch product dat meedingt om een koper. Dat is al snel €300 tot €400 per ton goedkoper dan Europees product. Daarmee is het best aantrekkelijk voor een aantal minder koopkrachtige landen in Afrika en Azië.