Melkveehouders in Nieuw-Zeeland hebben in een lager tempo toegewerkt naar het einde van het melkseizoen. De melkproductie over de maand april valt in het land een stuk lager uit dan vorig jaar. Daarmee wordt de trend gevolgd die in maart is ingezet. Droogte heeft de melkveebedrijven flink parten gespeeld.
Uit de cijfers van DCANZ komt naar voren dat de melkproductie in april is gedaald met 4,1% tot ruim 1,46 miljoen ton. In maart ging de melkaanvoer in Nieuw-Zeeland al met 3,5% naar beneden door het ongunstige weer. Door droogte in de Nieuw-Zeelandse zomer (januari tot en met maart) liep de groei van het gras in veel gebieden terug. Ook waren er irrigatieverboden om het grondwaterpeil op niveau te houden. Hierdoor eindigt het seizoen, dat loopt tot 1 juni, in mineur voor de Nieuw-Zeelandse zuivel.
De melkproductie liep gedurende het melkseizoen 2023/24, zoals de grafiek laat zien, aardig in de pas met die van het seizoen ervoor en het vijfjarig gemiddelde. In de eerste elf maanden van dit seizoen kwam de melkproductie uit op ruim 20,2 miljoen ton, slechts 0,5% dan in dezelfde periode van het vorige seizoen 2022/23.
Het melkseizoen in Nieuw-Zeeland piekt in de maanden september tot en met januari. In de maanden daarna werken de melkveehouders langzaam naar de winter toe, die loopt van juni tot augustus. In deze periode worden de koeien drooggezet voor het afkalven en is ook minder vers gras beschikbaar, waardoor de melkproductie traditioneel ver terugloopt.