Voedselprijzen die hoog op de politieke agenda staan is doorgaans een verschijnsel dat in armere landen is te zien. Het welvarende Nieuw-Zeeland is nu echter in de ban van de boterprijs. Een prijs van NZ $8,00 per 500 gram is volgens veel Nieuw-Zeelanders onacceptabel. Dat moet lager.
In het parlement in Auckland wordt aangedrongen op maatregelen en minister van Financiën Nicola Willis wordt gemaand om Fonterra onder druk te zetten. Ze heeft inmiddels een gesprek gehad met Fonterra-topman Miles Hurrell, maar die verwijst naar de markt. Het is niet Fonterra dat de boterprijs opjaagt, het is de wereldmarkt die zorgt voor de hoge prijzen, zo legt hij uit.
Voor de gewone burgers in Nieuw-Zeeland is het echter moeilijk te verteren. Vorig jaar kosten een pak boter van 500 gram nog amper NZ $4,00, nu het dubbele! Omgerekend naar euro's valt die NZ $8,00 eigenlijk nog wel mee, want dat is €4,11 voor een halve kilo (ofwel twee pakjes) boter; daar kunnen Nederlanders prima mee leven. In Nieuw-Zeeland is echter het hek van de dam.
Er gaan serieuze stemmen op om Fonterra en andere zuivelbedrijven te dwingen om een twee prijzensysteem in te voeren, met een verlaagde binnenlandse prijs en een exportprijs.
Hurrell, en met hem de hele raad van bestuur van Fonterra, wijst dat resoluut van de hand. Zij leggen de bal neer bij de supermarkten, maar die zeggen het ook niet te kunnen helpen. Boter lijkt nog wel even duur te blijven. Er is nagenoeg wereldwijd een tekort aan het product, in onder meer de VS en EU. Oorzaak is een toegenomen gebruik van melkvet in andere producten, een gedaalde productie van gewone boter en restricties voor de melkveehouderij.