Het is weer de tijd dat de heide mooi paars bloeit, maar er staan ook wel heel veel gras en struiken in de heide. Volgens veel landelijke kranten, glossy's en berichten op internet een gevolg van een teveel aan stikstof. Stikstof schaadt ook de vlinderstand enorm, zo hoorden we dit jaar al eerder, maar dat was vooral naar aanleiding van tellingen uit 2024. De Vlinderstichting wist onlangs echter te melden dat de bestrijdingsmiddelendruk momenteel ook heel erg extreem is.
De agrarische sector in Nederland heeft heel wat uit te leggen, zo lijkt het. Helaas moet er ook veel worden uitgelegd aan mensen die zich gemakkelijk beet laten nemen door goedkope framing, bewuste misleiding en het weglaten van relevante feiten. Om maar alvast even te beginnen.
Wolf en klagende burger laten hei vergrassen
Heide is in Nederland grotendeels een cultuurlandschap. De grote paarse vlakten kunnen eigenlijk niet zonder schaapskuddes (die het begrazen), of periodiek machinaal plaggen. Anders groeien ze dicht. Schaapskuddes in heidevelden hebben het echter steeds moeilijker, vanwege klagende burgers (bijvoorbeeld in Elspeet) en - niet te vergeten - de wolf. Tellingen van verorberd wild zijn er niet, maar wel van andere dieren en daarbij staat het schaap bovenaan het menu. Machinaal plaggen is duur en vervuilend, al schijnt stikstofuitstoot bij 'natuurherstel' niet mee te tellen voor de officiële statistieken.
Vlinderstichting kan niet rekenen
De insectenstand lijkt zich niet goed te ontwikkelen, maar beweegt ook mee met de jaren. Dit door temperatuur, luchtvochtigheid en andere factoren. Vorig jaar leed bijvoorbeeld de vlinderstand stevig onder het koude en natte voorjaar, maar werd veel aan stikstof geweten. Dit jaar gaat het veel beter. Dat een club als de Vlinderstichting dan toch nu met een erg alarmerend rapport komt, is opvallend. Op het eerste gezicht lijken de uitkomsten zelfs ronduit alarmerend, maar al na een iets nadere bestudering blijkt dat de stichting over zichzelf heen struikelt: rekenfactoren zijn door elkaar gehaald, geteste stoffen blijken selectief gekozen (en weggelaten) en er wordt van alles geroepen over gebieden die niet zijn onderzocht.
NGO is no-go
Toen de Stichting Agrifacts daar vragen over stelde, werd eerst het rapport stilletjes aangepast en vervolgens van de website gehaald. Daarna kwam er het bericht dat de auteur zou zijn bedreigd. Zoiets is verwerpelijk, maar zo'n signaal kan ook niet het einde van alle discussie zijn. Een erkenning van fouten blijft desondanks uit. Wie dacht dat een landelijke krant of een ander breed medium nu wel eens kritische vragen aan de Vlinderstichting zou stellen, komt bedrogen uit. Een NGO is kennelijk een no-go.
En als er geen vergrassende heide is - met dank aan verwaarloosd beheer, en geen vlinderalarm op dubieuze gronden, dan zijn er altijd nog wel andere Jobstijdingen in het arsenaal om de niet doorvragende nieuwsverspreider en diens clientèle mee te voeden.
Tier 1 houdt koe op stal
Zo bracht het CBS een bericht uit met keurig verantwoorde cijfers over de snel teruglopende weidegang, compleet met grafiekjes en staafdiagrammen. Foei boer, alweer fout! Helaas werd er amper een woord gewijd aan de achtergrond daarvan. Die is dat door de huidige focus op CO2-reductie in de zuivelindustrie, het steeds minder aantrekkelijk is om koeien nog te laten weiden. Voor wie het jargon kent: het is funest voor de 'Tier-1 emissies'. Daardoor klopt het CO2-plaatje niet meer en ontvangt de boer minder melkgeld. Dat vindt ook de bank niet fijn.
Foute sector moet wel leveren
Soms ontstaat de indruk dat – volgens het heersende media en NGO-geluid – de hele landbouw wel verrot moet zijn, vooral in Nederland. Er is een stikstofstok voor elke dag en daarnaast is er ook van alles mis. Maar ondertussen wil de moderne consument, die met Ozempic op gewicht moet blijven, wel op zijn of haar tijd snel een high-protein dosis, steeds vaker op commando van een modieuze glucose tracker (ooit bedoeld voor diabetespatiënten, maar nu een hippe gadget). De voeding hoeft inmiddels toch weer niet altijd 'plant-based' te zijn, maar wel steeds beschikbaar.
Het is afwachten hoeveel van bovengenoemde frustaties en wensen terug te zien zullen zijn in de diverse verkiezingsprogramma's van de landelijke partijen. Het gewone politieke leven ligt nog altijd stil. Wel begint het kabinet langzaamaan weer op gang te komen, maar het eerstvolgende overleg van de Commissie-Schoof (MCEN) is volgens de berichten alvast weer uitgesteld. Het zal nog een hele klus worden om alle plannen en budgetten voor Prinsjesdag klaar te krijgen.
Politieke ruzies en transfers
De Tweede Kamerverkiezingen van eind oktober zorgen er ondertussen niet alleen voor dat de verkiezingsprogramma's worden opgeschud, en voor de landbouw ziet het er echt niet allemaal goed uit. Er ontstaan spanningen binnen partijen, bijvoorbeeld bij DENK, waar de fractie een conflict heeft met de partijleiding en bij de Partij voor de Dieren, die een soort herstelde Partij voor de Dieren naast zich krijgt. En ook bij de VVD rommelt het, waar fractieleider Dilan Yesilgöz tegen slechte peilingen aankijkt. Ook zijn er transfers van zittende Kamerleden: bijvoorbeeld van NSC naar JA21 en de BBB. Ook worden al dan niet vermeende talenten gepolst voor een plek op de lijst. Zo zou de huidige voorzitter van het NAJK, die eigenlijk nooit op iets opvallends is betrapt, zijn benaderd door het CDA. Die partij doet het de laatste weken trouwens opeens wel heel goed in de peilingen, maar is ook steeds minder een boeren-, of plattelandspartij.
Van krimp naar behoud
Een andere transfer is die van Erwin Wunnekink, voorzitter van de LTO vakgroep melkveehouderij naar de Nevedi, de koepelorganisatie van de diervoersector. Hij zal daar als directeur een ander geluid moeten verkopen dan bij LTO. Hoewel zijn stempel op het beleid van LTO niet groot lijkt, stond hij daar voor krimp van de sector – al dan niet onder druk van het collectief. De Nevedi is daar minder van gediend, in ieder geval niet tot op heden. Wel sluit het weer aan op de visie van zijn vorige werkgever. FrieslandCampina is ook geen voorstander van een krimpende veestapel.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
Dit is een reactie op het Boerenbusiness artikel:
[url=https://www.boerenbusiness.nl/melk/artikel/10913689/altijd-wel-een-stikstofstok-om-de-boer-mee-te-slaan]Altijd wel een stikstofstok om de boer mee te slaan[/url]
Krimp hoeft niet het doel op zich te zijn! Als er maar voldoende bedrijven zijn die "natuur inclusief" werken, dan verdwijnt het stikstofprobleem als sneeuw voor de zon. Natuur inclusief wil zeggen: je bedrijf in staat stellen om maximaal weidegang te kunnen toepassen. Weidegang is DE oplossing voor het stikstof probleem. Het is de goedkope en doeltreffende alternatief voor de (niet werkende en veel te duren) emissiearme vloer ("tijdens weidegang poepen de koeien hier en ze plassen daar"). Bovendien ligt het volledige risico van de niet-werkende emissiearme vloer op het boerenerf. Het weidende melkveebedrijf zorgt voor (bio)diversiteit onderling tussen de bedrijven. Al veertig jaar wordt onze sector geconfronteerd met oplopende kosten door allerlei onzinnige (verplichte) investeringen t.b.v. de stikstof reductie. Dat begon dus ergens in de jaren tachtig met het injecteren van drijfmest, toen nitraat. later volgende o.a. de mestsilo als winteropslag, later het afdekken van de mestsilo, onderwerken van mest op bouwland, stikstofrechten, fosfaatrechten allemaal investeringen bedoelt om de stikstof reductie te bewerkstellen. Blijkbaar allemaal voor niets geweest, de stikstof discussie is nu heviger dan ooit! Advies was toen om deze stijgende kosten te lijf te gaan van m.n. de banken maar ook LTO was schaalvergroting. Nu eenmaal de bedrijven (fors) gegroeid zijn is de discussie met onze maatschappij heviger dan ooit. Advies aan de overheid is dan ook: investeer in melkveebedrijven met voldoende huiskavel, zodat koeien kunnen weiden. Over het algemeen zullen bedrijven dan kleiner blijven, is ook nog goed voor de leefbaarheid op het platteland. Het grote probleem is nu dat stallen leeg komen te staan, gemeentes zitten met hun handen in het haar hoe dit probleem op te lossen.
Waar in de wereld zal een tekort aan stikstof zijn, vraag ik mij wel eens af. Dat antwoord kan ik nergens vinden. Er is op deze aardbol 100 aanwezig ( bij wijze van spreken ). Als in Nederland teveel stikstof is, zal het ergens anders minder moeten zijn.
Krimp hoeft niet het doel op zich te zijn! Als er maar voldoende bedrijven zijn die "natuur inclusief" werken, dan verdwijnt het stikstofprobleem als sneeuw voor de zon. Natuur inclusief wil zeggen: je bedrijf in staat stellen om maximaal weidegang te kunnen toepassen. Weidegang is DE oplossing voor het stikstof probleem. Het is de goedkope en doeltreffende alternatief voor de (niet werkende en veel te duren) emissiearme vloer ("tijdens weidegang poepen de koeien hier en ze plassen daar"). Bovendien ligt het volledige risico van de niet-werkende emissiearme vloer op het boerenerf. Het weidende melkveebedrijf zorgt voor (bio)diversiteit onderling tussen de bedrijven. Al veertig jaar wordt onze sector geconfronteerd met oplopende kosten door allerlei onzinnige (verplichte) investeringen t.b.v. de stikstof reductie. Dat begon dus ergens in de jaren tachtig met het injecteren van drijfmest, toen nitraat. later volgende o.a. de mestsilo als winteropslag, later het afdekken van de mestsilo, onderwerken van mest op bouwland, stikstofrechten, fosfaatrechten allemaal investeringen bedoelt om de stikstof reductie te bewerkstellen. Blijkbaar allemaal voor niets geweest, de stikstof discussie is nu heviger dan ooit! Advies was toen om deze stijgende kosten te lijf te gaan van m.n. de banken maar ook LTO was schaalvergroting. Nu eenmaal de bedrijven (fors) gegroeid zijn is de discussie met onze maatschappij heviger dan ooit. Advies aan de overheid is dan ook: investeer in melkveebedrijven met voldoende huiskavel, zodat koeien kunnen weiden. Over het algemeen zullen bedrijven dan kleiner blijven, is ook nog goed voor de leefbaarheid op het platteland. Het grote probleem is nu dat stallen leeg komen te staan, gemeentes zitten met hun handen in het haar hoe dit probleem op te lossen.