Paniek in de tent. Woordvoerders die iets moeten zeggen, maar dat niet doen. Bedrijven die als verlamd naar de gebeurtenissen kijken en pas laat echt in actie komen. De aflatoxine-casus heeft heel wat tumult teweeg gebracht in de voer- en zuivelketen.
Ondernemingen die zich bezighouden met (dier)voeding zullen ongetwijfeld vaak hebben besproken wat te doen bij een calamiteit. De draaiboeken liggen klaar, maar als er iets voorvalt, is de reactie bijna altijd weer hetzelfde. Dan is het wachten totdat je niet meer kunt ontkennen en pas dan een beetje informatie geven.
Zo was het ook deze week weer toen niet meer kon worden ontkend dat er een probleem is met maïs die is besmet met het schimmelgif aflatoxine B1. Het is een stof die je als veevoerbedrijf en zeker als melkveehouder en zuivelbedrijf niet in je product wilt hebben.
Qlip
Eind vorige week sloeg een controleur van Qlip alarm over een te hoge concentratie aflatoxine in een melkmonster. Dat zette de zuivelketen in beweging. Er werd gezocht naar de oorzaak. Die was vrij snel gevonden. In het weekend kregen diverse melkveehouders een signaal van hun fabriek om de melktank maar leeg te laten lopen in de put.
De melk was niet goed en zou niet worden opgehaald. Meer kregen de meeste boeren echter niet te horen. Dat gaf onrust en giswerk. Pas in de loop van maandag/dinsdag sijpelde meer informatie door, maar ondanks vragen waren weinig bedrijven en sectororganisaties bereid om helderheid te geven.
Uiteindelijk
Omdat toch uitlekte dat er een probleem was met besmette maïs, moest veevoerorganisatie Securefeed uiteindelijk met een verklaring komen en kwam ook voerfabrikant Agrifirm met een mededeling. Er was een partij van 1.160 ton mais uit Zuid-Frankrijk naar Noord-Nederland gegaan en daar in een fabriek verwerkt in mengvoer voor melkvee. Met die partij leek in eerste instantie weinig mis, maar onderweg van Frankrijk naar Nederland greep een schimmelbesmetting om zich heen in de duwbak met mais, met als gevolg dat er bij aankomst in Nederland te veel schimmelgif werd gevormd. Vaak gebeurt dat pleksgewijs.
Toch niet opgemert
Dit werd niet tijdig opgemerkt, ondanks alle voorzorgsmaatregelen en protocollen van organisaties als GMPPlus en Securefeed. Gevolg was dat de maïs in mengvoer werd verwerkt en gedistribueerd naar een kleine 500 melkveebedrijven in vooral het noorden. Zowel veevoerorganisatie Securefeed als zuivelkoepel NZO houden het bij deze algemene informatie. Ze vinden het publicitair op eieren lopen in een zaak als deze. Geitenbedrijven lijken niet getroffen en ook varkens-, kippen- en andere bedrijven met vee lijken geen besmet voer te hebben gehad.
Teruggestuurd
Er is ook sprake van dat Braziliaanse maïs met te veel aflatoxine eveneens in Nederland is aangekomen en verwerkt. Dit wordt echter tegengesproken door Securefeed. Er zouden twee schepen onderweg zijn, maar die zijn naar verluid teruggestuurd. Andere berichten willen dat deze week nog een boot met maïs is gelost in Rotterdam. Begin september waarschuwde GMPPlus al voor het gevaar van aflatoxine, maar dan juist in Zuid-Amerikaans maïs, niet voor Frans product.
Silo's legen en weer vullen
De vraag is: hoe nu verder. Er zijn zo'n 500 melkveebedrijven geblokkeerd, maar volgens de NZO heeft geen enkel product met te veel aflatoxine de consument bereikt. Er zou dan ook geen recall van zuivelproducten nodig zijn. Dat vraag is nu hoelang de getroffen melkveebedrijven geblokkeerd blijven.
De logische verklaring is: totdat de melk weer schoon is en er weer schoon voer in de silo ligt. Aan dat laatste wordt nu met man en macht gewerkt, naar verluid zelfs met de hulp van andere veevoerbedrijven, die bijspringen om de silo's met besmet mengvoer zo rap mogelijk leeg te halen en te vervangen door schoon product.
Claimen en lessen trekken
Daarna is het tijd om de rekeningen met elkaar te vereffenen: Wie zat waar fout en wie moet daarvoor betalen? Dat belooft nog een langdurig naspel te worden, waarbij ook verzekeraars een rol hebben te spelen. Sectororganisaties kunnen ondertussen hun draaiboeken en communicatiestrategie bijschaven, in de hoop dat ze het de volgende keer beter doen.
En toezichthouder de NVWA? Die houdt naar eigen zeggen de boel vooral scherp in de gaten, maar doet verder nog niks.