Nieuws Inkomensraming
Inkomstenontwikkeling veehouderij verschilt fors
Melkveehouders en pluimveehouders hebben in 2025 een uitzonderlijk sterk inkomen behaald, zo blijkt uit de jaarlijkse inkomensramingen van Wageningen Economic and Social Research (WUR). Sterke melk- en veeprijzen liggen aan deze winst ten grondslag. Ondertussen zijn de inkomens van varkenshouders aanzienlijk gedaald. Een forse daling van de varkensprijzen ging daarbij samen met een duidelijke stijging van de kosten voor mestafzet.
Het inkomen van melkveehouders bereikt in 2025 ondanks de recente dalingen van de melkprijzen een uitzonderlijk hoog niveau. Al heel het jaar zijn zowel de melkprijzen als slachtveeprijzen fors. Het gemiddelde inkomen uit bedrijf van gangbare melkveebedrijven wordt €46.000 meer dan in 2024 geraamd op €120.000 per onbetaalde arbeidsjaareenheid (aje), dit zijn de agrarisch ondernemers en hun gezinsleden. Voor hen wordt meestal geen officieel salaris gerekend.
Over heel het jaar stijgt de melkprijs gemiddeld naar verwachting naar €56 per 100 kilo, inclusief nabetalingen, terwijl vooral de opbrengsten van slachtvee sterk toenemen: kalverprijzen liggen circa 160% hoger en slachtkoeien brengen ongeveer 40% meer op.
Ook biologische melkveehouders profiteren van het gunstige marktklimaat. Hun gemiddelde inkomen wordt voor 2025 geraamd op €90.000, het hoogste niveau van deze eeuw. De biologische melkprijs stijgt met 12% naar bijna €68 per 100 kilo een ook voor biologisch vee geldt dat de slachtprijzen zijn toegenomen. De kosten nemen slechts beperkt toe, vooral door rente en investeringen en worden deels gecompenseerd door lagere voerkosten.
Varkensinkomsten onder modaal
De inkomens in de varkenshouderij zijn dit jaar aanzienlijk onder druk komen te staan. De terugval is vooral het gevolg van lagere varkensprijzen. Gemiddeld daalde de prijzen van zowel varkens als biggen over het hele jaar met 8%. Een stabiliserende Europese productie, een verzadigde markt en een verslechterde exportpositie drukken de prijzen. De opbrengsten daalden gemiddeld met 5%, terwijl de kosten toenamen. Met name hoge mestprijzen lagen aan de stijging ten grondslag.
Tegelijkertijd nemen de kosten licht toe. Lagere voerprijzen wisten de stijgende uitgaven aan met name de stijgende prijs van de mestafzet niet te compenseren. De inkomensontwikkeling verschilt sterk per bedrijfstype: vleesvarkensbedrijven zien het inkomen terugvallen naar circa €25.000, terwijl gesloten bedrijven gemiddeld bijna €195.000 inleveren. Hun inkomen kwam uit op €145.000. Alleen zeugenbedrijven houden met circa €368.000 nog een relatief hoog inkomensniveau vast, ondanks een lichte daling.
Pluimveeopbrengsten torenhoog
Het inkomen op leghennenbedrijven stijgt in 2025 naar een historisch hoog niveau. Gemiddeld wordt een inkomen geraamd van circa €575.000, €235.000 meer dan in 2024 en ruim €400.000 boven het meerjarig gemiddelde. De sterke toename is vrijwel volledig toe te schrijven aan hogere eierprijzen, die gemiddeld circa 20% hoger liggen dan een jaar eerder. Door een aanhoudend sterke vraag en een wereldwijd krap aanbod blijven de prijzen hoog. De voornaamste reden hiervoor is de vogelgriep. De voerkosten, goed voor ongeveer 60% van de totale kosten, zijn op jaarbasis nagenoeg stabiel gebleven.
Ook vleeskuikenbedrijven profiteren in 2025 van gunstige marktomstandigheden. Het gemiddelde inkomen stijgt met circa €130.000 tot ongeveer €460.000. De winst wordt met name aan de inkomstenkant geboekt. Zowel traag groeiende kuikens als regulier gehouden kuikens brengen gemiddeld circa 10% meer op, tegen de achtergrond van een wereldwijd stijgende vraag en een beperkt aanbod. De voerprijs is licht gedaald, terwijl voerkosten eveneens meer dan 60% van de totale bedrijfskosten uitmaken.
Matthijs Bremer
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
