De VVD maakt zich op voor een stevige aanval op het mestbeleid van minister Wiersma van LVVN, zo melden Haagse bronnen. Aan het einde van de middag begint een mestdebat. Er wordt rekening mee gehouden dat dan een motie van wantrouwen wordt ingediend. Argument daarbij zou zijn dat de waterkwaliteit niet goed wordt geborgd. Zou de motie worden aangenomen, dan winnen de belangen rond I&W en gaat er ook nog een minister weg, maar worden ook te laat een Nitraatactieprogramma en derogatieverzoek ingediend en volgt er een Europese ingebrekestelling, waardoor chaos ontstaat.
Een aantal agrarische organisaties, waaronder Agractie, de Nederlandse Melkveehoudersvakbond (NMV) en ook de zuivelsector willen zo'n scenario voorkomen en stellen voor om in een laatste poging met concrete ideeën te komen om tegemoet te komen aan de Europese Commissie, zodat er voldoende verbetering is in milieubelasting voor een nieuwe derogatie. Ierland kreeg er tenslotte ook weer één. De verwachting is hier vanmiddag één of meerdere moties over in stemming worden gebracht.
Dat zou ook politieke partijen in Den Haag tot rede moeten brengen, zodat niet om politieke gekissebis nog weer een minister naar huis wordt gestuurd. Dat geeft alleen maar chaos, menen ze. Het voorkomt ook dat een minister in een nieuw kabinet direct volop in de problemen landt. LTO Nederland houdt zich afgaande op de berichten in grote lijnen afzijdig.
Minister Wiersma moet, als ze aanblijft, de komende dagen nog hard doorwerken om het achtste Actieprogramma Nitraat plus derogatieverzoek naar Brussel te sturen. Er zijn echter hobbels op de weg. Vorige week laaide een ruzie op tussen de ministeries van I&W en LVVN, waarbij I&W vasthoudt aan strengere normen dan op grond van Europese regels nodig is. Ook wil I&W meer areaal grond aan strengere waternormen houden dan LVVN wil.
Organisaties als Agractie en NMV pleiten voor het versmallen van bufferstroken op klei en veen en een herziening van de huidige NV-gebieden (nu aandachtsgebieden). Daarnaast wordt een politieke motie voorbereid om de derogatie een vrije keuze te maken op bedrijfsniveau in combinatie met diverse concrete maatregelen voor emissiereductie, zoals het sproeien van roosters in stallen (30% minder emissie), het maximum ureumgetal op 20 zetten en de norm voor grasland maximeren op 2,5 GVE.
LTO Nederland spreekt zich minder concreet en duidelijk uit. De organisatie houdt vast aan doelsturing als oplossing.