Deze week is op papier het mestuitrijdseizoen weer geopend. Op 1 februari kon er mest worden aangewend op akkerbouwpercelen en 14 dagen later kan er op grasland mest worden uitgereden. Op beperkte schaal is van de mogelijkheid om mest uit te rijden gebruik gemaakt.
Hoewel het uitrijden soms noodzakelijk is, omdat mestputten vol zijn, is het tijdstip voor de meeste boeren nog te vroeg. De grond is amper aan bekwaam, soms te nat of soms zit er nog teveel vorst in de grond. Over het algemeen redeneren insiders dat wie begin februari mest uitrijd, mest aan het verplaatsen is, maar niet bezig is om een optimale uitgangssituatie te creëren voor het groeiseizoen.
Het aanbod van mest wordt door intermediairs verschillend beleefd. De één geeft aan dat hij wekelijks benaderd wordt door veehouders waar geen langjarige relatie mee loopt, waardoor er sprake is van shopgedrag. Anderen geven aan dat het aanbod maar heel minimaal is, wat vooral te wijten zou zijn aan de hoge ophaalbijdragen.
Akkerbouwers zijn over het algemeen nog niet echt te porren voor het maken van mestplannen en -afspraken. Per saldo zou er aan mest geen gebrek moeten zijn, zo wordt geredeneerd, maar als de mest niet wordt aangeboden dan kan er tijdelijk wel sprake zijn van enige krapte.
De verwachting leeft dat de ontwikkeling van de ophaalbijdragen de komende weken stapje voor stapje naar beneden gaat, waarbij het weer deze ontwikkeling kan vertragen of versnellen. Een voorbode hiervan was deze week al zichtbaar in de ophaalbijdragen van rundveedrijfmest, dit in tegenstelling tot de vleesvarkensdrijfmest.
Wilt u wekelijks de ophaalbijdragen ontvangen? klik dan hier!