Aan alles is te merken dat de voorjaarspiek ten einde is. Voor veel loonwerkers en intermediairs zit het uitrijden van mest er voorlopig op. Een enkeling is nog bezig om de laatste maïspercelen te bemesten.
Loonwerkers met veehouders in hun werkgebied hebben nog steeds de mogelijkheid om mest na de eerst snede gras aan te wenden. Echter, als men afhankelijk is van akkerbouwers dan is het uitrijden van mest voorbij.
Voorraad behoorlijke geslonken
De voorraad van mest is, door het vlotte verloop van het voorjaar, behoorlijk geslonken. Topografisch betekent dit dat veehouders, die grofweg boven de grote rivieren wonen, hun mestputten zo goed als leeg hebben. Of deze moeten een aanvaardbaar niveau hebben. De vraag is of de collega’s uit het zuiden nog wel over een mestvoorraad beschikken.
Ontbreken van tijd en materieel
De oorzaak moet onder andere gevonden worden in de afstand die er in het voorjaar is tot het akkerbouwgebied. Door het ontbreken van tijd en materieel, wordt in het voorjaar vooral gebruik gemaakt van mest die dichtbij te halen is. Dan moeten de veehouders die op afstand wonen het bezuren.
Varkenshouders, die nu een voorsprong willen nemen op meer putruimte, zijn vooral aangewezen op de verwerking. De afzet richting de akkerbouw staat op een laag pitje. De ophaalbijdragen zijn deze week allemaal onveranderd.