Er is een wirwar aan keurmerken, van PlanetProof tot Beter Leven, die onderling eigenlijk niet te vergelijken zijn. Rabobank pleit voor een true value-taal, waarmee de werkelijke kosten en opbrengsten van álle landbouwproducten in kaart gebracht worden. Zo kunnen agrarisch ondernemers beter beloond worden voor hun inspanningen om duurzamer en/of diervriendelijker te werken. Een twintigtal Nederlandse partijen is al aangehaakt en ook in Brussel staat het onderwerp op de agenda. Boerenbusiness gaat hierover in gesprek met directeur Food & Agri van de Rabobank Alex Datema en senioranalist agrarische sector Harry Smit. Met Datema snijden we ook nog aan wat de eerste plannen van de formerende partijen kunnen betekenen voor het perspectief van de boer.
Boerenbusiness gaat hierover in gesprek met directeur Food & Agri van de Rabobank Alex Datema en senioranalist agrarische sector Harry Smit. Met Datema snijden we ook nog aan wat de eerste plannen van de formerende partijen kunnen betekenen voor het perspectief van de boer.
Als we het hebben over true value, waar hebben we het dan precies over?
Harry Smit (HS): "Als je producten hebt, heb je naast de zichtbare kosten en opbrengsten ook onzichtbare die niet in de winst-en-verliesrekening van de boer terugkomen. Zoals de uitstoot van broeikasgassen en de uitspoeling van nutriënten naar het grond- en oppervlaktewater. Bij verborgen opbrengsten kun je denken aan dat je landbouwgrond ook kunt inzetten als waterbuffer, dat die een habitat kan zijn voor biodiversiteit, dat landbouw an sich bijdraagt aan strategische autonomie en een aantrekkelijk platteland oplevert, dat er beter uitziet dan als je er allemaal woonwijken neerzet. Voor die onzichtbare kosten en opbrengsten moet je een taal vinden om die te meten en een basis te creëren om ze te kunnen waarderen, zodat stakeholders en de boer allemaal met dezelfde taal spreken."
Wordt nu dan niet dezelfde taal gesproken?
HS: "We hebben nu tig soorten van certificeringen, van biologisch tot weidemelk tot Beter Leven en PlanetProof. Die kijken allemaal naar wat anders: dierenwelzijn, sociale omstandigheden of milieu. Ze hebben verschillende eisen en de een is met een beetje inspanning te verkrijgen en de ander vergt veel meer. Een akkerbouwer moet met Cosun voor de suikerbieten aan het ene eisenpakket voldoen en voor de tarwe die hij aan Agrifirm wil verkopen voor een broodinitiatief weer aan andere. Wil je dan weer een groene financiering bij de bank, dan heb je weer een derde set aan eisen."
Wat betekent dit voor bestaande keurmerken, moeten die vrezen voor hun voortbestaan?
Alex Datema (AD): "Wij hebben niet de intentie om anderen te laten verdwijnen. Wij willen een soort raamwerk aanbieden, zodat iedereen op dezelfde manier beoordeeld kan worden. Als we dit ontworpen hebben, kun je ze wel onderling vergelijken hoe ze nu echt scoren op duurzaamheid, omdat we van data uitgaan en niet vanuit maatregelen."
HS: "We komen er niet met allemaal separate initiatieven op het gebied van duurzaamheid. Hoe goed het ook is dat een bedrijf certificeringen bedenkt voor zijn leveranciers, als ieder dat voor zich gaat doen dan komen we er niet als sector als geheel. Dus we moeten een systeem creëren waarbij iedereen dezelfde taal hanteert en allemaal kleine beloninkjes gestapeld kunnen worden, waarmee je beweging wel in gang krijgt."
Het klinkt een beetje als een soort NutriScore of moet je dat niet zo zien?
AD: "Het is inderdaad wel een soort van score die je overal In de keten op dezelfde manier gebruikt. Maar als je kijkt hoe NutriScore is uitgewerkt – dus dat ze cola's met andere cola's vergelijken en niet de conclusie trekken dat water misschien wel gezonder is – dan vind ik die vergelijking raar."
HS: "Je kunt het beter vergelijken met een Kringloopwijzer. Die meet allemaal dingen op het gebied van duurzaamheid. Het waterschap zou kunnen eisen dat boeren aan een bepaald stikstofbodemoverschot moeten voldoen, de overheid dat de ammoniakemissie onder een bepaald plafond blijft en FrieslandCampina beloont misschien een lage CO2-footprint."
Er zijn al een heleboel rapportageverplichtingen voor agrarisch ondernemers, voor de gecombineerde opgave maar ook toeslagen voor melkstromen of keurmerken als PlanetProof. Moet je nóg meer gaan rapporteren?
AD: "Als je kijkt naar de rapportages die gevraagd worden, dan gaat het sowieso die kant op. De drang om meer te weten komt deels door de overheid, maar ook deels door partijen zelf. Omdat ze vanuit CSDR (Europese richtlijn voor grote bedrijven red.) die verplichting hebben, maar ook door de druk vanuit de maatschappij. Wij proberen dat structuur te geven, zodat je die grote hoeveelheid data maar één keer hoeft te verzamelen en je vanuit je eigen database de juiste data met de juiste partij kunt delen. En ook dat je weet dat als iemand om de CO2- footprint vraagt dat iedereen hetzelfde getal vraagt. Je zult in zo'n systeem wel verschil per land krijgen. Er zijn grote delen van Europa waar stikstofemissie via de lucht niet echt een issue is, terwijl dat dat in Nederland een van de belangrijkste ding is waar we iets mee moeten."
Jullie hebben de discussie aangezwengeld. Welke partijen zijn al aan boord?
AD: "We hebben inmiddels meer dan twintig partijen aan tafel, waaronder drie supermarkten: Superunie, Lidl en Jumbo. FrieslandCampina, Arla en Vion zitten bij ons aan tafel, het FNLI – de koepelorganisatie van de levensmiddelenindustrie – de glastuinbouw, LTO, NAJK, BoerenNatuur. Het ministerie van LVVN zit ook in het consortium; we willen ook de link leggen met de doelsturing van de overheid. Door de hele keten heen zijn partijen aangehaakt die nu samen met ons kijken hoe we zo'n true value-taal zouden moeten ontwerpen en wat er al is."
"We proberen de keurmerken ook mee te nemen. Stichting Milieukeur (onder meer PlanetProof red.) is onderdeel van de gesprekken; de Dierenbescherming van het Beter Leven-keurmerk is aangehaakt. We hebben ook contact met Beter voor, maar die zijn nog niet aangesloten. Er is soms nog een beetje weerstand om met elkaar af te stemmen. Die aarzeling voel je wel bij alle partijen, van: goh, ik heb al een aantal dingen ontworpen, moet ik dat dan anders doen? Dat geldt voor ons als bank zelf ook. Toch zie je dat iedereen voelt dat we naar de toekomst dit gewoon gezamenlijk moeten doen."
Is het de bedoeling om eerst in Nederland alle neuzen dezelfde richting in het krijgen en dan misschien Europabreed uitrollen?
AD: "Het liefst parallel. Wij exporteren heel veel, dus als wij in Nederland een fantastisch systeem bedenken over hoe we kunnen verduurzamen en we nemen de exportproductie daarin niet mee, dan helpt dat niet genoeg. We proberen in Nederland het initiatief te nemen en tegelijkertijd voeren we hier in Brussel gesprekken over. Dat past ook bij waarmee in Brussel bezig zijn: de Strategic Dialogue on the future of EU agriculture. De benchmark on sustainability on farm level is één van de actiepunten die daarin staat (lidstaten willen kort gezegd EU-breed duurzaamheidsbeoordelingen harmoniseren red.). Nou, dat is eigenlijk waar wij invulling aan geven."
In het document dat Rob Jetten en Henri Bontenbal van D66 en CDA hebben opgesteld als aanzet voor de kabinetsformatie lees ik dat er afspraken moeten worden gemaakt 'met agroketens voor eerlijke prijzen voor duurzame producten, zodat de boer meer overhoudt.' Dat sluit perfect aan bij wat jullie waar jullie nu mee bezig zijn, toch?
AD: "Als we een true value language hebben, dan kun je die heel goed benutten om die om daar invulling aan te geven. Dan moet je zorgen dat duurzaamheid van de onderneming is gekoppeld aan meer rendement. Met true value language proberen we inzichtelijk te maken waar een ondernemer staat en dat hij ziet waar hij zich kan verbeteren. Als je via de markt of via de overheid een waarde kunt toevoegen aan die verbetering, dan wordt het interessant om dat te gaan doen. Dan heb je wel een systeem nodig waarop je dat baseert. Voor dat zinnetje wat in dat 'document van informateur Buma staat, is dat wel een noodzakelijke onderlegger."
En de rest van het document waar het de landbouw betreft, wat kan dat betekenen voor boeren en de toekomst?
AD: "Het kan in ieder geval een stuk helderheid geven voor boeren. Daar zit de sector eigenlijk op te wachten. Om bij stikstof te beginnen: als je naar de driedeling kijkt die zij maken bij aanpakken dan zullen we toch eerst een stevige reductie van de emissies moeten hebben voordat je andere dingen kunt doen. Die willen ze met doelsturing bereiken, deels generiek en deels door gebiedsgericht te werken. Daarna kun je pas iets meer ruimte geven. Nou, dat is iets wat wij ook al een paar jaar zeggen."
"Ik aarzel alleen een beetje bij hun generieke manier. De doelen van 2035 laten ze staan en in 2030 komt er een tussendoel. Om snel te kunnen bewegen wordt het wel cruciaal hoe hard dat tussendoel is. Dan moet je als ondernemer ook op redelijk korte termijn schetsen wat je moet bereiken."
"Het tweede wat opvalt, is over ondernemers rondom natuurgebieden. Dat ligt natuurlijk heel gevoelig, maar ik denk dat het wel oprecht en eerlijk is dat ze gewoon opgeschreven hebben dat wanneer je dicht bij natuurgebied je meer zult moeten doen dan landelijk. Om dat goed te faciliteren moet je een proces inrichten. We weten eigenlijk allemaal wel wat erin moet staan: boeren de mogelijkheid bieden hun bedrijf aan te passen, te stoppen of te verplaatsen. Dat staat er volgens mij in. Je moet in die gebieden op een gegeven moment ook een soort doorzettingsmacht organiseren en zeggen: we hebben nu een plan, daar zijn we het op grote lijnen over eens, dus we gaan het uitvoeren. Dat staat er allemaal in. Het gaat erom hoe het uiteindelijk uitgewerkt wordt en hoeveel geld ervoor beschikbaar is."
"Er wordt ook genoemd dat we de publiek private samenwerkingen meer nodig hebben. Ik ben blij dat dat benoemd wordt: de oproep om te komen tot een soort productschap 2.0. Ik denk dat we dat heel hard nodig hebben. We missen op dit moment een plek waar de sector en overheid gezamenlijke afspraken kunnen maken en de uitvoering daarvan makkelijker vorm kunnen geven. Nu ben je voor de uitvoering óf helemaal afhankelijk van de overheid óf van de goedwillendheid van iedereen in de sector, omdat je geen bindende afspraken kunt maken."
"Over grondgebondenheid wordt gezegd dat het belangrijk is vanuit het perspectief van circulaire landbouw, maar er wordt nergens gezegd hoe ze dat vorm willen geven. Gaat de overheid daar iets in organiseren, of is het een wens dat de sector daar iets in doet?"
Voor jullie als bank is het ook prettig om duidelijkheid te krijgen wie wel en niet met een financiering geholpen is. Uit jullie verduurzamingspotje is nu nog twee derde beschikbaar…
AD: "Het begint natuurlijk bij de ondernemer, hè. Op het moment dat de overheid de ondernemer die helderheid geeft, kan die een plan maken hoe hij die doelen wil bereiken. En daarna komen wij om te kijken of dat financieel haalbaar is en welke rol wij daarin hebben. Dan hebben wij inderdaad nog €2 miljard in onze pot van €3 miljard zitten om verduurzaming goedkoper te financieren dan we standaard doen."
Een ander onderwerp dat het verdienvermogen van de boer raakt: de Nederlandse Vereniging van Banken heeft een brief gestuurd aan de Provinciale Staten van Brabant over de juridische houdbaarheid van het stikstofbeleid. Volgens de NVB leidt dat tot hoge investeringen zonder juridische zekerheid of terugverdiencapaciteit. Wat betekent dat voor de financiering?
"Laat ik het zo zeggen: het plan van Brabant lost ons huidige probleem niet op. Brabant probeert een manier te vinden om zonder vergunningverlening toch wat ruimte te krijgen om investeringen te doen. Wij zitten in heel Nederland en overal lopen we tegen hetzelfde aan: bedrijven die willen verduurzamen moeten zulke aanpassingen doen dat ze een nieuwe vergunning aan moeten vragen. En dat staat stil. Ik ben blij dat provincies zoals Brabant en Utrecht zoeken naar mogelijkheden, maar we komen steeds terug op dat juridische vraagstuk. Wij kunnen zaken waar geen vergunning voor is niet financieren, zo zit gewoon de wet in elkaar. Verder probeert een bedrijf normaal gesproken als het een grote investering doet ook zijn productiecapaciteit te vergroten, want dan kun je die investering makkelijker dragen. In het plan wat Brabant nu heeft, is die ruimte er sowieso niet, dus het is bedrijfseconomisch dan al lastig om investeringen te doen."
Tenslotte: als er straks een coalitie is gevormd en de plannen voor de landbouw worden uitgewerkt, zouden jullie dan ook graag in gesprek gaan over de true value-taal?
AD: "Het ministerie zit bij ons aan tafel, dus die weten ervan. Wij zouden graag onze ideeën voorleggen om hun ideeën te verrijken."