Scheurgrond levert zoveel stikstof (N) dat er geen drijfmestbemesting nodig is bij maisteelt. Een extra bemesting werkt nitraatuitspoeling in de hand en leidt tot onnodige verliezen van stikstof uit dierlijke mest. Bemesten met kali is wel altijd nodig, liefst direct na het inzaaien.
Hoe werkt stikstofnalevering van de graszode?
Het juiste moment voor het scheuren (frezen) van de graszode is meestal de eerste helft van maart. Door de nattigheid en daardoor de slechte draagkracht van het land is dit op veel plaatsen doorgeschoven naar eind maart / begin april. Wanneer de mineralisatie van de zode op tijd start, kan de mais de vrijkomende N grotendeels benutten. Dat is des te belangrijker omdat de gebruiksnorm voor stikstof bij scheuren van grasland met 65 kg per hectare wordt gekort.
Bij het tijdig en goed inwerken van de zode kan deze veel stikstof leveren Ook het tweede en derde jaar na scheuren levert de gescheurde zode nog stikstof na, want de mineralisatie gaat langer door dan één maisseizoen. Wel bestaat er een groot verschil in stikstoflevering tussen een oude en jonge zode (zie tabel).
Geen drijfmest, wel rijenbemesting
Onder normale omstandigheden is er dus op scheurgrond geen drijfmestbemesting nodig. Er wordt wel een rijenbemesting geadviseerd om ervoor te zorgen dat er wat makkelijk opneembaar N beschikbaar is. Tevens worden er met de rijenbemesting andere nutriënten zoals zwavel en borium toegevoegd. In het tweede jaar na scheuren is de nalevering van de zode al een stuk minder en kan een kleine drijfmestgift wel. Afhankelijk van de drogestofopbrengst en de N-gehaltes in de mest, volstaat dan 15 tot 25 m3 per hectare.
Hoe zit het met kalium?
Mais is een echte ‘kalivreter’. Kalium is van belang voor de stevigheid van de plant, voor de werking van een groot aantal enzymen, voor het goed functioneren van (vocht) transportfuncties in de plant en voor resistentie tegen ziektes en droogte.
Normaal gesproken is drijfmest de grootste aanvoerpost van kalium, maar in geval van mais op scheurgrond wordt er dus geen dierlijke mest aangewend. Een goed gewas mais onttrekt ruim 250 kg kali per hectare. Dit wordt bij lange na niet gehaald met nalevering uit mineralisatie van de graszode. Uit onderstaande tabel blijkt dus dat er in alle gevallen veel te weinig kalium beschikbaar komt uit mineralisatie van de graszode. Bijbemesten met kalium is dus in alle gevallen noodzakelijk.
Tijdstip van kaliumbemesting
Strooi de kaliumaanvulling volvelds en direct na de inzaai van mais. Zo voorkom je beschadiging aan de kiemplant of het blad en komt de kalium snel beschikbaar voor de maisplant. Als de mais al wat groter is, blijven er soms korreltjes in de bladoksels van de plant hangen, wordt het blad beschadigd of landen korrels in de ‘kelk’ van ontvouwend nieuw blad. Dit kan bladbeschadiging tot gevolg hebben.
Wilt u meer weten?
Heeft u vragen over de bemesting? Neem dan contact op met uw specialist, accountmanager, uw locale dealer of onze klantenservice Herkauwers. Wij helpen u graag verder!
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.