Inside: Varkens & Voer

4 redenen waarom China varkensvlees blijft vragen

3 Februari 2017 - Wouter Baan

In 2016 scoorde de Chinese importdrift hoge ogen, waar zowel de Europese- als de Amerikaanse varkenssector sterk van profiteerde. Ten opzichte van een jaar geleden – toen de vraag uit China nog moest lost barsten – noteert de gemiddelde varkensprijs in Europa bijna 18 procent hoger op 1,51 euro per kilo. De varkensprijs leunt op sterk China, maar wat valt er eigenlijk uit Azië te verwachten?

Heb je een tip, suggestie of opmerking naar aanleiding van dit artikel? Laat het ons weten

1. Chinezen prefereren vlees van ver
De voorkeur van Chinese consumenten gaat uit naar Europees- en Amerikaans varkensvlees. Volgens Dermot Hayes, hoogleraar Agrbusiness aan de Iowa State University, brengt een Amerikaans varken, met het Smithfield Food label, gemiddeld twee keer zoveel op dan een Chinees varken. De reden? Consumenten hebben veel meer vertrouwen in de kwaliteitsborging die in Amerika en Europa gehanteerd worden. Volgens Hayes is het interessanter voor China om hele varkenskarkassen te importeren dan het invoeren van voergrondstoffen, zoals soja en maïs, om de varkens te produceren in China. Want, ook in Amerika en Europa importeren Chinese importeurs in principe tegen kostprijs. Volgens de hoogleraar is Europa in China nog altijd ‘premium supplier’, gezien het marktaandeel van circa 70 procent.

2. Amerika is niet ractopamine sluitend 
Wat Amerika nog altijd beperkt in China is het middel ractopamine. Dit middel is in China verboden, maar de inschatting van Hayes is dat circa de helft van alle Amerikaanse varkenshouders het middel nog altijd gebruikt. Dit beperkt de export. Echter ziet de hoogleraar wel een kentering plaatsvinden. Want, circa twee jaar geleden was alleen Smithfield Foods die het middel verbood, terwijl in 2016 steeds meer vleesverwerkers aandringen om ractopamine vrij te produceren. De Chinese behoefte jaagt deze kentering vooral aan.

Amerika is grootste concurrent in China 

Ondanks de achterstand door ractopamine betekent het niet dat de invloed van Amerikanen onderschat moet worden. De Amerikaanse varkensstapel noteerde in het vierde kwartaal van 2016 de hoogste cijfers ooit gemeten en daarbij neemt het aandeel ‘Chinawaardige varkens’ toe. Wat de strijd om China waarschijnlijk sterk gaat beïnvloeden is de hoogte van de varkensprijzen in Amerika en Europa. Uiteraard is ook de euro/dollar koers bepalend of de Europese varkenssector of juist de Amerikaanse collega’s inspringen op China. Politieke verhoudingen en risico’s spelen op de achtergrond uiteraard ook een rol, al zijn die op voorhand lastig in te schatten.

3. Chinese overheid werkt destimulerend
Ondanks dat de varkensprijzen in China in de zomer van 2016 historisch hoge niveaus noteerde, leidt dit niet tot extra productie. De Chinese overheid heeft lokale overheden toestemming gegeven om varkensbedrijven te sluiten. Het afgelopen jaar was het beleid erop gericht om de laatste ‘backyard farms’ weg te werken uit het landschap, omdat de varkens letterlijk tussen de Chinese bevolking leefde. Dergelijke maatregelen hakken overigens stevig in op de varkensstapel. Zo zijn er in een Chinese provincie circa 70.000 bedrijven verplicht gesloten en daardoor is de productie van 5 miljoen varkens verdampt.

Proffesionalisering van de varkenssector kan zomaar 10 jaar duren

4. Professionalisering kost tijd en vergt kennis
De productie verschuift naar professionele varkensbedrijven, maar ook deze bedrijven worden afgeremd door strengere regelgeving. Medio 2017 is er in China een verbod op het produceren van varkens in de buurt dichtbevolkte gebieden. Ook zijn er limieten op het produceren van mest. In de regio’s waar varkensbedrijven wel mogen produceren, is uitbreiden overigens wel goed mogelijk, zo wordt in de wandelgangen gesuggereerd. Door het verdwijnen van de ‘back yards farms’ noteert de varkensprijs in China al lange tijd op een riant niveau. Varkenshouders die wel een ‘licence to produce’ hebben, maken daarom aantrekkelijke rendementen die oplopen tot circa 80 dollar per varken. Sinds oktober heeft de varkensprijs in China weer een stijgende lijn te pakken. Begin januari noteerde de varkensprijs omgerekend 2,48 euro per kilo levend gewicht.

Toch lukt het Chinese varkenshouders in dergelijke gebieden niet om de productie snel op te voeren. De zeugen in China zijn bijvoorbeeld lang niet zo productief als de Europese en daarbij zijn de personeelskosten, als gevolg van de verstedelijking, behoorlijk hoog. Door gebrek aan geautomatiseerde stalsystemen ligt de personeelsdruk in China veel hoger dan bijvoorbeeld in Europa. Ook moeten varkenshouders vanaf 2018 gaan betalen voor milieumaatregelen.

Door de overheidsbemoeienis, de schommelende varkensprijzen van de laatste jaren en de toenemende volumes varkensvlees uit Europa en Amerika hebben varkenshouders weinig vertrouwen. Door dit alles is de investeringsbereidheid ook laag. Historische trends wijzen uit dat professionalisering van de varkenssector in opkomende landen gemiddeld 10 jaar in beslag neemt. Met de kennis en ontwikkelingen van nu is het reëel om te verwachten dat China voorlopig aan de markt blijft, al blijft de export onderhevig aan allerhande factoren die veelal onbeheersbaar zijn. 

Regenradar
Powered by Agroweer

Bel met onze klantenservice 0320 - 269 528

of mail naar support@boerenbusiness.nl

wil je ons volgen?

Ontvang onze gratis Nieuwsbrief

Elke dag actuele marktinformatie in je inbox

Aanmelden