De stemming op de biggenmarkt is compleet omgeslagen. De gevreesde zomerdip is dit jaar vroeg en hakt er stevig in. Zijn de opgelopen toeslagen daarom nog wel houdbaar? Een rondgang langs vermeerderaars leert dat de kwaliteit bepalend is voor de hoogte van de toeslag. Daarbij komt ook de vraag of het cyclisch produceren van biggen een utopie is, of niet?
De biggenmarkt van juli staat haaks op de markt van de maand april. De krapte is omgeslagen in overaanbod. Toch houden vermeerderaars verbeten vast aan de toeslagpercentages. Dit tot ergernis van handelaren en vleesvarkenshouders. Hoe zien vermeerderaars deze discussie?
Zuidelijke biggen drukken markt
Volgens Willy Wolfkamp, vermeerderaar in Overijssel, is het deze weken in het oosten van Nederland passen en meten om biggen geplaatst te krijgen, maar extreme overschotten zijn er niet. Wolfkamp heeft de indruk dat de markt in Zuid-Nederland meer onder druk staat. Wolfkamp: "Het overschot komt voornamelijk uit het zuiden, maar dit heeft ook invloed op andere windstreken." In tijden van overschot worden kwaliteit en handelsvoorwaarden belangrijker, bijvoorbeeld over genetica. Ook ontstaan er discussies over toeslagen.
Of de toeslagen dit jaar de pan uit zijn gerezen, is volgens Wolfkamp lastig te zeggen. "Vermeerderaar en handelaar spreken samen een toeslagpercentage af." Volgens Wolfkamp wordt de hoogte van de toeslag vaak in januari of februari gemaakt voor het hele jaar. Doorgaans is de markt dan in het voordeel van de vermeerderaar. "Als handelaren niet meegaan, hebben zij geen biggen. Zo simpel is het."
Kwaliteit bepaalt toeslag
Een andere vermeerderaar stelt dat een handelsrelatie verder gaat dan toeslagen. Het resultaat onderaan de streep telt. Het achterhalen van marktconforme toeslagen valt overigens niet te baseren op het woord van één handelaar. Meerdere bronnen zijn daarvoor nodig. Kwalitatief goede biggen verdienen een goede prijs met een passende toeslag, stelt deze zuidelijke fokker. Veel vleesvarkenshouders accepteren dit ook, want een goede big wordt doorgaans een goed vleesvarken. Een toeslag is dus een extra beloning op kwaliteit. Dit kan gekwantificeerd worden onder koppelgrote, genetica, flexibiliteit en natuurlijk het gewicht.
Een toeslag van 25%, op bijvoorbeeld de DCA BestPigletPrice, vormt dit jaar geen uitzondering. Ten tijde van krapte gaan dergelijke percentages op. Nu de biggenmarkt is gekanteld, zijn deze percentages voor handelaren echter een blok aan het been.
Overschot bepaalt houdbaarheid toeslagen
De houdbaarheid van deze percentages wordt volgens Wolfkamp bepaald door het overschot op de vrije markt. "Alleen als de biggen blijven liggen, bestaat de kans dat vermeerderaars afzien van de afgesproken percentages." Volgens Wolfkamp is dat nu nog niet het geval. Voor Pietrain-borgen is wel degelijk een markt. De afzet van Tempo-beren gaat veel stroever, stelt Wolfkamp.
Zware varkens creëren prijsdruk
Ook de varkensmarkt staat onder druk. Waar gedacht werd dat de varkensprijs de €2 per kilo zou kunnen overstijgen, gebeurde het tegenovergestelde. Volgens Wolfkamp komt dit doordat vleesvarkens veel te zwaar worden afgeleverd. Beter is het om de varkens veel lichter af te leveren. "Dan komt er veel minder vlees op de markt, wat de varkensprijs ten goede komt." Al begrijpt Wolfkamp wel dat vleesvarkenshouders de hoge bigkosten uitsmeren over zo veel mogelijk kilo’s. Zeker nu de biggenprijs wekelijks wegzakt.
Cyclisch blijft een uitdaging
De zomerdip op de biggenmarkt omzeilen, is makkelijker gezegd dan gedaan. In januari 10% minder insemineren om in de zomer minder biggen te hebben, strijkt veel vermeerderaars tegen de haren in. Het ideale scenario bestaat in de praktijk waarschijnlijk niet. "Uiteindelijk rekent iedereen voor zich en dat maakt vervolgens de markt", relativeert Wolfkamp.
Volgens de zuidelijke vermeerderaar zijn zeugen geen machines. Desondanks bepaalt het aanbod de prijs. Produceren om te produceren, is al lang achterhaald. In een overvolle markt weegt de kwaliteit extra zwaar, zo benadrukt de fokker zijn strategie.
Lees hier hoe vleesvarkenshouders tegen de kwestie aankijken.