Varkensstapel weer boven de 12 miljoen

Uit de decembertelling van Eurostat blijkt dat Polen de grootste procentuele groei opschrijft. De varkensstapel is daar met 7,1% gegroeid tot 11,8 miljoen varkens. Daarmee streven de Polen Nederland nog niet voorbij. De Nederlandse varkensstapel kent namelijk een plus van 3,5% tot 12,3 miljoen varkens. In 2016 kwam deze nog onder de 12 miljoen uit, maar dat blijkt dus een incident.

Spanje versterkt koppositie
De Spaanse varkensstapel doorbreekt voor het eerst de grens van 30 miljoen varkens (+3,1%). Ook Deense varkenshouders breiden uit. De varkensstapel telt daar ruim 500.000 stuks meer tot 12,8 miljoen stuks. Groot-Brittannië plust met 2% en telt nu 4,6 miljoen varkens. De kleinste procentuele groei is voor Duitsland, met een varkensstapel van 27,5 miljoen (+0,6%). Dit betekent dat de Spaanse varkensstapel verder uitloopt.

Minnen zijn er ook; bijvoorbeeld in België met 6,1 miljoen varkens (-1,1%). In Oost-Europa eist Roemenië de aandacht op met een min van 5,7% tot 4,7 miljoen. Mogelijk is de dreiging van de Afrikaanse varkenspest hier debet aan, al zijn in Roemenië officieel geen uitbraken bekend.

(Tekst gaat verder onder de tabel)

Zeugenstapel groeit ook
In de EU-26 is de zeugenstapel met 1,4% toegenomen tot 12 miljoen zeugen. Hiervan stonden er afgelopen december 8,2 miljoen (+0,2%) als drachtig geregistreerd. Ook hier behoort Nederland, samen met Polen, tot de grootste groeiers. De Nederlandse zeugenstapel schrijft namelijk een plus op van 4,3% tot 1,06 miljoen, waarvan 690.000 drachtige zeugen (+2,7%).

De Duitse zeugenstapel kent een minimale krimp van 0,2% tot 1,9 miljoen, waarvan 1,3 miljoen (-1,3%) drachtige zeugen. De Spaanse zeugenstapel groeit per saldo met 2,6% tot 2,4 miljoen, maar het aantal drachtige zeugen noteert een min van 2% tot 1,63 miljoen.