De stemming in varkensland is al wekenlang somber. Ook deze week zijn er weinig lichtpuntjes te bespeuren. Kan een krap aanbod de prijs in de benen houden?
Vorige week opteerde de VEZG voor een onveranderde notering, maar maakten de grote Duitse slachthuizen een dag later bekend deze niet te volgen en huisprijzen te hanteren bij de inkoop van vrije varkens. De stemming is deze week nog altijd niet om over naar huis te schrijven. Zowel voor varkenshouders als slachthuizen zijn het moeilijke tijden.
Afwezigheid China frustreert vleeshandel
Grootste spelbreker zijn nog altijd de volumes die voorheen aan China werden verkocht. Inkopers hebben de aanbieders voor het uitkiezen, nu grote exporteurs uit met name Spanje veel vlees aanbieden. Spaanse integraties kochten dit voorjaar veel biggen in, met name in Nederland. Deze dieren zijn nu slachtrijp en worden weer aangeboden op de Europese markt. Hoewel de Chinese varkensprijzen afgelopen week zijn hersteld, moet nog blijken of het aanbod zodanig verkrapt dat Chinese importeurs zich weer bij Europese aanbieders melden.
Tot voor kort werden goed weer en de opheffing van coronamaatregelen genoemd als markt ondersteunende factoren. In de praktijk bleken deze echter onvoldoende sterk om de markt daadwerkelijk te beïnvloeden. Bovendien staat de voor de vleeshandel zwakke vakantieperiode voor de deur. Verwerkers sluiten tijdelijk de deuren, wat de vraag niet ten goede komt.
Aanbod varkens niet al te groot
Enige positieve factor is het niet al te grote aanbod aan vleesvarkens. Duitsland slacht dit jaar tot nog toe beduidend minder dan in voorgaande jaren. Toch is het aanbod meer dan voldoende voor de beperkte vraag. De VEZG-notering komt deze week opnieuw uit op €1,48. Het moet nog blijken of de slachthuizen zich met deze prijs verenigen.