De mestafzet is in het derde kwartaal teruggezakt ten opzichte van de voorgaande kwartalen, waarin nog sprake was van een sterke toename. Een gebrek aan plaatsingsruimte, die in het voorjaar op veel plekken grotendeels was ingevuld, is de voornaamste oorzaak hiervan.
In de eerste twee kwartalen werd 30.671.370 ton mest getransporteerd. Dat is een stijging van 3,6% ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar, zo blijkt uit cijfers van de RVO. Hiervan werd ruim 22.657.821 ton in de tweede drie maanden afgezet. Toen bedroeg de toename nog 15,7%. In het eerste kwartaal was de voorsprong zelfs 64% op jaarbasis.
Dit betekent dat de afzet in het derde kwartaal is teruggevallen. Een grote verrassing is dat niet, aangezien op veel percelen de plaatsingsruimte toen al grotendeels was benut door de gunstige start van het uitrijseizoen.
Akkerbouwers namen in de eerste drie kwartalen 11.327.238 ton mest af, 1,6% meer dan in dezelfde periode vorig jaar. In de eerste twee kwartalen bedroeg de voorsprong nog 12%. Ruim 35% van de verhandelde mest in de eerste drie kwartalen ging naar Nederlandse akkerbouwbedrijven. Dat de afzet ondanks de komst van NV-gebieden dit jaar toch licht is toegenomen, komt doordat de mestprijzen relatief hoog liggen, waardoor akkerbouwers meer geld ontvangen.
Mestexport
De mestexport zakte in het derde kwartaal minder sterk terug dan de totale afzet. In de eerste drie kwartalen werd 2.736.772 ton geëxporteerd, een toename van 26,5% vergeleken met vorig jaar. In het tweede kwartaal was de stijging met 27,4% iets hoger.
Vooral Duitsland nam in de eerste drie kwartalen met 1.440.864 ton bijna 40% meer af dan vorig jaar. De afzet naar Frankrijk groeide met 15,3% tot 791.868 ton. België importeerde 438.446 ton uit Nederland, een toename van 17,9%.
Klik hier om de DCA-ophaalbijdragen per regio en mestsoort te bekijken.