Verruiming norm groeischeuren geeft discussie

Vanwege het tekort aan pootgoed in fritesrassen, wil de verwerkende industrie dat de normen voor groeischeuren worden verruimd. Tevens moet daarmee het risico op illegale handel worden verkleind. Donderdag worden de sectororganisaties en de adviesraad van de NAK geraadpleegd, waarna de vaste commissie een week later een definitief besluit neemt. 

Het gaat om een eenmalige verruiming voor waardering II en klasse B partijen waarbij de diepte van de groeischeur van een halve naar 1,5 cm wordt verlegd. De NAK heeft voor deze ontheffing een positief advies afgegeven. Normaal gesproken moeten dergelijke voorstellen eerder worden ingediend. Daarom moet in het overleg worden bepaald of het daarvoor niet te laat is en ten tweede of de normaanpassing wenselijk is.

Een kleiner handelshuis vindt het echter niet kunnen dat halverwege de wedstrijd de regels worden veranderd. ‘Andere jaren zegt de fritesindustrie dat de pootgoedkwaliteit niet deugd en dat er naar de vitaliteit gekeken moet worden, maar nu er een tekort is mogen de kwaliteitsnormen ineens overboord. Daarbij is een oplossing vaak ook niet mogelijk als wij eens een keer een probleem hebben.’

Hij vindt bovendien dat verwerkers dat al tijdens de groei hadden kunnen voorzien. Volgens de handelaar zijn er meer kleine handelshuizen die zich zorgen maken over de gang van zaken. ‘Iedereen moet zich aan de regels houden, want wat er uit komt is marktbepalend. In de huidige situatie zoek je andere oplossingen, maar dat kan na 7 december ineens weer veranderen. Dat verstoort de markt.’ 

Andere pootgoedbedrijven zien het voorstel voor de normverruiming als een noodsituatie. ‘Waarom zou je uitgangsmateriaal met groeischeuren dat fytosanitair goed en gezond is, niet mogen terugplanten als koper en verkoper het daarover eens zijn? Het moet geen vaste regel worden, maar met een uitzondering vanwege het tekort aan fritesrassen, onder meer door de groeischeuren, heb ik geen moeite.’

Dat het voorstel aan de late kant is ingebracht, is voor deze handelaar geen punt. ‘Je merkt op een gegeven moment dat er een tekort is. Als dat probleem is op te lossen zonder fytosanitaire risico's dan is er niets spannends aan. Een boer mag zijn eigen pootgoed met groeischeuren toch ook terugpoten. Waarom zou je dat dan niet mogen verkopen in een uitzonderlijke situatie?’

Agrico, die het voorstel mede indiende, vindt het een goede zaak dat er naar de normen wordt gekeken. ‘Anders komt het areaal fritesaardappelen voor volgend jaar niet van de grond. In september was het probleem nog niet zo urgent. Nu weten we pas echt dat er duidelijk minder gerooid is, daaroverheen komen de groeischeuren; er is gewoon te weinig pootgoed’, aldus directeur Jan van Hoogen. Verder is hij bang dat er een illegaal circuit ontstaat. ‘Er lopen nu al handelaren bij boeren die deze aardappelen willen opkopen om er wat aan te verdienen.’