Franse telers hopen op opening nieuwe fritesfabriek

Marktleider België heeft meer areaal voor de teelt en rotatie van fritesaardappelen nodig, zo stelt hij. ‘Vanwege logistieke redenen worden de productielocaties nabij teeltgebieden gevestigd. Volgens onze berekeningen levert een fabriek 800.000 euro per jaar op als deze in de Franse productiegebieden wordt gevestigd in plaats van in België.’

Daarmee verandert het inzicht van de Fransen. Frankrijk heeft zich zo’n 20 jaar geleden massaal gestort op de versmarkt en veel inspanning verricht om een goede exportpositie te krijgen. Dat is ook gelukt. Frankrijk staat alom bekend om de uitstekende kwaliteit tafelaardappelen, maar de teruglopende consumptie en de tendens naar lokale producten in de wereld leidt ertoe dat het marktaandeel zakt.

Franse aardappeltelers switchen daarom vaker van tafel- naar industrieaardappelen. Ze konden ze al kwijt aan de Belgische fabrieken en ook Nederlandse verwerkers zijn actief op Frans grondgebied met de teelt en inkoop van grondstof. Met de expansie van friteslijnen en het groeiende aanbod aan contracten ligt de weg open om de verwerking naar zich toe te trekken.

Een andere reden voor de Fransen om zich meer op fritesaardappelen te richten is de eis van McDonald’s Frankrijk die alleen frites van Franse bodem wil hebben die is verwerkt door een Franse fabriek. Op dit moment heeft McCain er twee vestigingen. In het Noorden heeft groenteverwerker Ardo een locatie die ook frites kan snijden. Vergeleken met de capaciteit in Nederland en België is het feit dat de Franse telers hun hoop uitspreken op een nieuwe verwerker dan ook niet zo gek.