Wie de voorraadinventarisatie voor consumptieaardappelen van half februari van akkerbouworganisatie VTA vergelijkt met het afgelopen seizoen, komt tot een opmerkelijke constatering. Een beeld dat we dit jaar al vaker zijn tegengekomen. Drie conclusies die we kunnen trekken uit de cijfers van VTA.
Driemaal per seizoen peilt VTA de aardappelvoorraad onder een vaste groep leden. De tweede peiling heeft op 15 februari plaatsgevonden. In april volgt een derde ronde. De uitkomst is weinig verrassend. De vrije voorraad ligt lager dan voorgaande seizoenen; In totaal 14,5 procent lager. Door lagere hectareopbrengsten zijn minder aardappelen afgeleverd. De totale voorraad ligt echter hoger dan het vijfjarig gemiddelde. Een opmerkelijke situatie.
1. Alternatief product
De aardappelverwerkende industrie heeft in september 2016 in totaal 324.300 ton product verwerkt en in oktober 333.000 ton. Respectievelijk 9.000 ton en 15.000 ton minder dan een jaar eerder het geval was. Mogelijk is dit waarom de bewaarplaatsen half februari voller liggen. Fabrieken hebben ook aardappelen verwerkt afkomstig uit andere kanalen. Import uit Polen, het Verenigd Koninkrijk of zetmeelaardappelen. Half februari was volgens VTA bijna 40 procent van de oogst afgeleverd. In voorgaande seizoenen was dat gemiddeld 50 procent. Een teken dat afnemers wellicht hamsteren om aansluiting te vinden met de nieuwe oogst. In absolute tonnen is 20 procent minder afgeleverd. VTA wijt dat aan een lagere opbrengst per hectare. Toch ligt de voorraad in tonnen bijna 5 procent hoger dan het vijfjarig gemiddelde.
2. Vrij product schaars
Van de voorraad aardappelen die nog in opslag ligt is 67 procent verkocht. Daarmee komt de vrije voorraad bijna 6 procent onder het niveau van februari 2016 en 14,5 procent onder het vijfjarig gemiddelde. Deels is dat ook weer te wijten aan een lagere opbrengst en deels omdat er simpelweg minder vrije aardappelen worden geteeld. Vrij product is roofgoed.
3. Gelijkenis België en Frankrijk
Opvallend is ook de gelijkenis met de meest recente voorraadmetingen die in België en Frankrijk zijn uitgevoerd. De meting in België toonde op 1 februari een hogere absolute voorraad, maar minder vrij product. Rond diezelfde datum werd bij Franse aardappeltelers een fors lagere vrije voorraad gemeten. En ook daar, een hogere totale voorraad, zo becijferde UNPT. Vooral in België en Frankrijk kon door droogte in september en oktober niet of nauwelijks geoogst worden. Een verklaring voor het huidige beeld in de bewaring is dat verwerkers gedurende deze periode alternatieve grondstofbronnen hebben aangeboord, waardoor de voorraad nu hoger ligt.