De NEPG schat in dat fritesfabrieken in de EU in totaal 750.000 ton extra aardappelen nodig hebben om aan hun grondstofbehoefte te voldoen. De areaaluitbreiding ligt in lijn met die extra vraag. De vraag is hoeveel tonnen dit op gaat leveren, gezien de moeizame groeiomstandigheden in met name België en Frankrijk.
De North-Western European Potato Growers (NEPG) publiceerde dinsdag 4 juli de nieuwste cijfers voor het West-Europees aardappelareaal. Die wijzen uit dat de totale oppervlakte, in de EU5, op 578.821 hectare uitkomt. Daarmee wordt het areaal verder naar boven bijgesteld, ten opzichte van de aprilprognose. De NEPG telt er 6.336 hectare bovenop. Dat brengt de jaar op jaar stijging naar 4,6% groei. Ten opzichte van het 5 jarig gemiddelde is die stijging een plus van 8,3%. België is en blijft de grootste individuele stijger. Daar breidt het areaal 5,4% uit.
Behoefte ruimschoots gevuld?
Een plus van 4,6% betekent 25.700 hectare meer aardappelen in de EU5. De gemiddelde opbrengst bedroeg vorig jaar 42,4 ton per hectare. Daarmee is de uitbreiding theoretisch goed voor 1,089 miljoen ton aardappelen. Voldoende om, met name Belgische fabrieken, te voorzien.
Areaalontwikkeling consumptieaardappelen binnen de EU-5. Op zoek naar meer grafieken? Bezoek de database!
Min plus min?
Het is echter de vraag of al die tonnen wel gaan groeien. In West-Europa is het de laatste weken extreem droog en beregenen is lang niet altijd mogelijk. Mede door beperkingen die vanuit de overheid worden opgelegd. In België wordt rekening gehouden met 20 tot 25% minder aardappelen, meldt de NEPG. Dit is echter in vergelijking met vorig jaar. Oogst 2016 staat nu niet bekend om zijn hoge opbrengsten. Zeker niet in België. Daarmee wordt het beeld geschetst dat de opbrengst nog slechter uit gaat pakken. Onze zuiderburen rooide vorig jaar gemiddeld 43,5 ton per hectare gemiddeld. In topjaar 2011 was dat 10 ton meer: 53,5 ton per hectare.
Gemiddelde aardappelopbrengst in België.
Engeland heeft beste kaarten
Ondanks de plaatselijk penibele situatie staan veel gewassen voor de hoofdoogst er gemiddeld goed voor, denkt de NEPG. Vooral in het Verenigd Koninkrijk is dat het geval, omdat telers daar op tijd met een bui zijn bediend. De afgelopen regenbuien in de EU geven plaatselijk grote verschillen. Dat geeft de gewasgroei een impuls, maar brengt ook doorwas met zich mee.
Alle scenario’s open
Juli en augustus, en het weer in die 8 weken, zijn allesbepalend voor de hoofdoogst. Alle scenario’s zijn daarom nog mogelijk. Midden augustus publiceert de NEPG de eerste opbrengstcijfers, gebaseerd op proefrooiingen.