Kunnen verliezen negatieve sentiment ombuigen?

Als gevolg van te natte rooiomstandigheden, in combinatie met de zeer lage aardappelprijzen, hebben diverse telers besloten om probleempercelen niet te rooien. Verder worden in de 5 NEPG-landen diverse problemen gemeld in de opslag. Dit onder meer vanwege rot en andere bewaarproblemen. Deze 2 componenten bij elkaar opgeteld, schat de North-Western European Potato Growers (NEPG) het verlies op circa 5%.

Laag drogestofgehalte
Daarbij komt het feit dat de verwerkers meer grondstof per kilogram eindproduct nodig hebben, vanwege een gemiddeld lager drogestofgehalte. Verder stimuleren lage prijzen niet alleen de export van verse consumptieaardappelen, maar scheppen deze ook extra mogelijkheden voor de diverse aardappeleindproducten.

Ondanks dat deze factoren (theoretisch gezien) de vraag naar aardappelen zouden kunnen aanwakkeren, gebeurt dat niet. De toename van de vraag van de verwerkende industrie in de laatste 5 jaar van ruim 13% tot 15.244.900 ton jaarlijks ten spijt, verwacht de VTA dat de huidige (te) grote oogst een gezonde balans tussen vraag en aanbod voorlopig in de weg zal staan.

Nieuwe seizoen
Kanttekening hierbij is dat de lentemaanden onberekenbaar kunnen zijn. Dit seizoen is er in de NEPG-landen 5,5% meer uitgeplant. Tezamen met in alle landen een gemiddeld hogere opbrengst, resulteert dit in een lage marktprijs, ver onder de kostprijs voor de telers.

De NEPG verwacht dat de voor de telers zwaar tegenvallende financiële resultaten van deze oogst, meegewogen zullen worden in het telersbesluit aangaande hun aardappelareaal voor komend seizoen.