De hoofdoogst van de aardappelen ligt inmiddels zo'n 5 maanden in de bewaring. De afgelopen tijd hebben we te maken gehad met een periode van strenge vorst. Wat is het effect hiervan, en hoe staat het op dit moment met de bewaring?
De vorst heeft over het algemeen een positieve invloed gehad op de bewaring, zo zegt Cor van Maanen, verkoop buitendienst bij bewaarspecialist Omnivent. "De mindere partijen hebben de tijd gehad om na te drogen, wegens de droge winterlucht."
Goedkoop koelen
De kou heeft meerdere voordelen opgeleverd. Een voorbeeld daarvan is dat er kort maar stevig gekoeld kon worden. "De producttemperatuur was op deze manier goedkoop laag te houden. Toen het echt koud werd, hebben we geadviseerd om niet ’s nachts maar overdag te ventileren. Dit omdat ’s nachts ventileren voor een groot temperatuurverschil zorgde en dat geeft risico op drukplekken", zo zegt Van Maanen.
Ook nu is de situatie optimaal voor de bewaring. “In de nacht liggen de temperaturen rond de 3 graden Celsius; perfect om de producttemperatuur laag te houden." Van Maanen is voorzichtig positief over de bewaring. "De kwaliteit van de partijen, die er nu nog liggen, is over het algemeen erg goed en dit kan nog wel een tijd blijven liggen”. Om de optimale bewaring te houden, adviseert hij wel om te investeren in mechanische koeling, gezien de buitentemperatuur gaat oplopen."
Situatie België
Uit België kwam bericht vanuit het PCA (Proefcentrum voor de Aardappelteelt) dat met name aardappelen langs de schuurwanden die, sterk afgekoeld zijn geweest, de komende weken problemen kunnen geven met de bakkleur. "De partijen met de grootste bewaarproblemen zijn inmiddels weggewerkt", meldt PCA in dat bericht. Diverse partijen blijven echter onzeker, waardoor de ventilatie in sommige schuren flink uren maakt.
Challenger
Wat betreft het ras Challenger zijn er behoorlijk wat meldingen gekomen over interne verkleuring. Op den duur kan dit lijden tot holtes in de knol, waardoor de aardappel niet geschikt is voor fritesproductie. PCA vermoedt dat dit te maken heeft met de explosieve groei aan het einde van het groeiseizoen, waardoor er niet genoeg zetmeel werd getransporteerd naar de knol.