De cash settlement hangt in de laatste weken aan een touwtje dat net op of boven de €31 beweegt. De voorlopig hoogste notering werd 7 februari gehaald, maar in daaropvolgende weken zakte deze steeds iets verder weg.
Het bovenstaande betekent dat er de laatste weken weinig veranderd is in de fysieke handel, en deze is dus nog steeds stabiel. De termijnmarkt reageerde daarentegen nogal heftig en ging van €32,90 (slotnotering van week 6) naar €29,60 (3 weken later).
Dit toont aan dat, op een (zeer) hoog niveau van €30, de angst voor het imploderen van de markt naar bijvoorbeeld €25 (erg) groot is. Vanwege het stabiele karakter van de fysieke markt normaliseert de termijnmarkt voor het aprilcontract van 2019 ook weer enigszins. De slotstand komt donderdag 7 maart uit €31,10.
Fysieke markt is leidend
Uiteindelijk zal de fysieke markt leidend zijn voor het verdere verloop van de aardappeltermijnmarkt. Er zal waarschijnlijk niet veel premie (verschil tussen de cash settlement en termijnmarkt) meer gemaakt gaan worden. Kan de cash settlement, en daarmee de aardappeltermijnmarkt, dan naar een hoger prijsniveau getild worden?
Als we kijken naar de inbreng vanuit Duitsland (net geen €30) versus die uit Nederland, Frankrijk en België (gemiddeld €31,40), dan zou een hogere cash settlement de aankomende weken mogelijk moeten zijn. De Duitse inbreng zal dan naar een gelijkwaardig niveau moeten klimmen, in vergelijking tot de andere landen.
Spannende weken
Linksom of rechtsom zal het de komende weken spannend blijven in dit nu al historische prijsseizoen, qua prijsontwikkeling. Een rondje langs de velden leert ons dat de meeste belanghebbenden er vanuit gaan dat de aprilnotering van 2019 boven het niveau van €30 zal afwikkelen. Dat zou een afwikkelprijs zijn die deze eeuw nog niet eerder is voorgekomen.