Analyse Aardappelen
Cash settlement aardappel nadert de 30 euro
De aardappelprijzen op de fysieke markt zitten al een tijdje in de lift. Vooral in België en Frankrijk is het aanbod krap en trekken de verwerkers de portemonnee om het beperkte deel vrije aardappelen in handen te krijgen. Die hoge prijzen in de fysieke markt zijn niet in overeenstemming met wat er op de termijnmarkt gebeurt en dat zorgt voor een bijzondere situatie.
Dit artikel lezen?
Word abonnee en krijg direct toegang
Kies het abonnement dat bij je past
De cash settlement voor week 7 nadert het niveau van €30, wat direct het hoogste punt is tot op heden dit seizoen. Op Duitsland na met €27,40 ligt de inbreng boven een marktprijs van €30. Vanuit Nederland gaat het om €30,13, Frankrijk €30,90 en België €30,90. Zoals eigenlijk al het hele seizoen loopt de Duitse notering voor de CS achter de kar aan. De stemming in met name het noorden van Duitsland is gematigder dan de stemming in België en Frankrijk door de over het algemeen redelijke aardappeloogst. Dit laatste werd overigens deze week door AMI nog eens bevestigd. Op een uiteindelijk totaal areaal in 2022 van 266.400 hectare werd op basis van een gemiddelde hectareopbrengst van 40,1 ton 10,7 miljoen ton gerooid, 700.000 ton minder dan in oogstjaar 2021. In dat seizoen werd het areaal vastgesteld op 258.300 hectare waarvan gemiddeld 43,8 ton werd gerooid.
Voor de stemming in de EU-4 landen is de Duitse deelstaat Niedersachsen met in 2022 121.200 hectare areaal veruit het belangrijkst teeltgebied. De gemiddelde oogst was met gemiddeld 43,6 ton per hectare (44,1 ton in 2021) zeker niet slecht, wat mede verklaart dat de Duitse noteringen gemiddeld achterblijven op die van de andere EU-4 landen. Aardappelen rijden vandaag de dag vanuit het noorden van Duitsland naar bijvoorbeeld een Belgische verwerker kost zomaar €2,50 per ton, waarmee de prijs weer uitkomt op €30 per 100 kilo.
Stemming vlakt af
Overigens lijkt met de maand februari halverwege de stemming wat af te vlakken. Het niet verder doortrekken van de termijnmarkt is daar een goede indicatie van. De april 2023-notering staat momenteel rond het €29,50-niveau en daarmee lager (negatieve premie) dan de CS €29,80 wat neerkomt dat de markt enigszins negatief gestemd aanvoelt richting april. In markten op relatief hoge prijsniveaus en die cash settlement gedreven zijn, is enige terughoudendheid als het gaat om impulsen naar hoger wel vaker te zien en wordt er meer de ontwikkeling van de fysieke markt gevolgd. Met andere woorden: het wat terugzakken van de termijnmarkt is vooralsnog geen hard signaal voor het terugzakken van de fysieke markt, maar eerder een houding 'we zien wel wat er gaat gebeuren', waarbij de ontwikkeling in de fysieke markt leidend is de komende weken.