Akkerbouwers hebben overuren gedraaid om hun aardappelen in de grond te krijgen. De omstandigheden zijn lokaal niet toereikend, maar bijna alle percelen kunnen deze maand worden afgewerkt. Met droog weer in het vooruitzicht stellen wel steeds meer telers zich de vraag hoe de gewasontwikkeling gaat verlopen.
De parallel met het voorjaar van 1983 is inmiddels al vaak getrokken. In de meimaand viel veertig jaar geleden 120 millimeter neerslag, waardoor het voorjaarwerk enorm veel vertraging opliep. Dit jaar is dat gelukkig minder, al zijn de regionale verschillen groot. Langs de Zeeuwse en Friese kust viel bijvoorbeeld 25 millimeter, terwijl dat op plekken in Flevoland, Groningen en Brabant bijna 100 millimeter was.
Grote verschillen
Dit zorgt ervoor dat de landwerkzaamheden per regio enorm verschillen. In Flevoland is dat verschil misschien nog het beste te zien, zo wijzen ook de cijfers van Aviko Potato uit. Oostelijk Flevoland en de Noordoostpolder hebben 90% tot 95% gepoot, terwijl in de zuidelijke polder nog de helft de grond in moet. Toch zijn er ook op de zandgrond in het zuiden en zuidoosten nog veel lager gelegen percelen die lange tijd onbekwaam bleven.
Met stabiel droog weer voor deze week kunnen nagenoeg alle aardappelen deze maand gepoot worden. Of dat elders in Europa ook gaat lukken, is nog maar de vraag. Zeker in België moet nog een behoorlijk deel van de aardappelen de grond in. Cijfers van Aviko duiden zelfs op de helft van alle fritesaardappelen bij zijn telers. In Nederland, Frankrijk en Duitsland gaat het nog om zo'n 20% dat gepoot moet worden.
Na wateroverlast komt droogte?
Het Vlaamse PCA en de Waalse evenknie Fiwap uitten eerder deze maand al hun zorgen over het gemis aan groeidagen voor de fritesaardappelen. Met voldoende vocht en bovengemiddelde temperaturen kunnen de gewassen zich snel ontwikkelen, maar bijna een maand achterstand halen de aardappelen niet meer in. Daarbij klinken al de eerste zorgen over aanhoudend droog weer. En daar komt de vergelijking met '83 ook weer boven tafel, toen het eveneens erg warm en droog was in juni, juli en augustus.
Het is (ver) op de zaken vooruitlopen hoe de zomer van 2023 gaat verlopen, maar meteorologen zijn het erover eens dat het de komende veertien dagen overwegend droog en bovengemiddeld warm blijft. Een vast hogedrukgebied dat het Europees continent binnenstroomt zorgt daarvoor. Tegelijkertijd zit een lagedrukgebied gevangen in Zuid-Europa, met grote neerslag tot gevolg, onder andere in Italië. De huidige weermodellen laten zien dat het hogedrukgebied in de tweede helft van juni af gaat zwakken, waardoor lage druk voor meer wisselvalligheid zorgt in het noordwesten van Europa. Tot die tijd blijft het erg zonnig en kan de temperatuur flink oplopen.
Markt stoomt door
Een combinatie van het late pootmoment, de weersverwachtingen en een enorme vraag naar steeds schaarser wordende aardappelen zorgt ervoor dat de markt alsmaar hoger wordt gestuwd. Maandagmiddag 22 mei noteert de aardappeltermijnmarkt voor het eerst in de geschiedenis een prijs van €50,00 per 100 kilo voor het junicontract. Op de fysieke markt werd die prijs voor exportaardappelen al langer behaald. PotatoNL noteert maandag 22 mei zelfs tot €53 voor de categorie 2 en tot €50 voor de categorie 1.
Waar het plafond van de markt ligt, is lastig zeggen wanneer een beweging plaatsvindt die nooit eerder is vertoond. Wat we zeker weten is dat de Nederlandse aardappelverwerkers zeker geen gas terugnemen, zo tonen de verwerkingscijfers over april. Bijna 122.000 ton van dit volume werd ingevoerd uit België en Duitsland. Ook de Belgen zitten niet stil. 62.000 ton aan Nederlandse aardappelen ging de grens over in april, waarmee de seizoensteller inmiddels op 383.300 ton staat. Dat is 56% meer dan in dezelfde periode vorig jaar. De uitvoer naar Frankrijk groeide met 48% dit seizoen. Duitsland was goed voor 7.770 ton. Daar zijn dit seizoen juist minder aardappelen naartoe gegaan.
Pakken wat je kan
De bovengemiddelde oogst boven de grote rivieren – en een ruime dekking van verschillende Nederlandse verwerkers – is de redding geweest voor de Europese fritesindustrie. Naarmate we verder in het bewaarseizoen komen wordt dat reddingslijntje steeds dunner. Zeker in een verwerkingsseizoen met dertien maanden. De slotakte van seizoen 2022/23 wordt daarmee uniek willen de fabrieken hun moordend tempo aanhouden en maximaal profiteren van een vraagmarkt voor frites. Naast een haperend voorjaar weten we ook dat het areaal in de EU-4 waarschijnlijk nauwelijks toeneemt dit jaar. Ook dat draagt eraan bij dat afnemers het liefst iedere aardappel pakken die voor hun neus verschijnt.