Nu chemische producten steeds minder beschikbaar zijn, zet akkerbouwer Erik van der Velde bij zijn uienteelt in Bergentheim vol in op groen. Hij is erg enthousiast over de middelen, die de weerbaarheid van het gewas vergroten. Maar het betekent ook continu monitoren. "Tot aan de bolontwikkeling moet er boven en onder de grond groei zijn."
De percelen van Erik van der Velde, die ook fokzeugen en vleesvarkens heeft, liggen in een straal van 40 kilometer om zijn boerderij in het Overijsselse dorp Oud-Bergentheim, dat onderdeel is van de gemeente Hardenberg. Op de (grotendeels) huurgrond teelt hij consumptieaardappelen, uien, maïs, graan en suikerbieten.
De ondernemer is de vierde generatie in het bedrijf. Voor Van der Velde is al vroeg duidelijk dat hij zijn toekomst ziet als akkerbouwer. "Van jongs af aan heb ik daarover geen twijfels gehad. Of het de laatste jaren minder leuk is geworden door alle ontwikkelingen? Nee hoor, want er heeft altijd spanning op de boog gestaan. Ik lig er niet wakker van."
Continue groei
Een van die ontwikkelingen is de afname van het aantal beschikbare chemische middelen, met het verbod op Vydate als meest recente voorbeeld. "Grond in Nederland is te duur om extensief te gebruiken en dat betekent een andere manier van werken. Van chemische producten weet je wat ze doen en kunnen."
Groene middelen vragen in de ogen van de ondernemer om meer flexibiliteit. "Daarmee maak ik mijn gewas weerbaarder en moet ik monitoren of de groei erin blijft. Ik gebruik Nemater en Stimuter van Pireco voor mijn uien en dat betekent dat er boven en onder de grond groei moet zijn vanaf het moment van zaaien tot aan de bolvorming."
Groei maakt de plant namelijk sterk, vervolgt hij. "Het gaat om weerbaarheid. Als het gewas niet groeit, is het kwetsbaar voor bodemaaltjes. Daarom werk ik nauw samen met BOS-systemen (beslissingsondersteunend systeem) en gebruik ik bodemvochtsensoren. Komt er regen, dan haal ik de spuit uit de schuur en stop ik met mijn andere werkzaamheden."
Impact op de natuur
In 2021 start de akkerbouwer met Nemater en Stimuter. "Ik hoorde positieve verhalen van collega's uit de bloembollenteelt en omdat ik nieuwsgierig ben én houd van uitdagingen, heb ik er met mijn adviseur Filip Muller van WPA-Robertus over gesproken."
Muller en Van der Velde werken al een groot aantal jaren samen en laatstgenoemde vertelt 'sterk te leunen op de ervaring van zijn adviseur', ook omdat hij zelf geen tijd heeft om proefvelden te bezoeken of naar bijeenkomsten te gaan.
"Wij testen zelf en bezoeken demovelden van leveranciers", legt Muller uit hoe hij ondernemers van de juiste adviezen voorziet in het ruime aanbod. "Belangrijk is wat je met het product kunt en daarnaast kijken we naar de natuur. We weten en begrijpen allemaal dat duurzaamheid een rol speelt en dat de impact van een product op het milieu en de bodem van belang is."
Van pleksgewijs naar preventief
In eerste instantie behandelt Van der Velde pleksgewijs; dit jaar zet hij beide producten preventief in. "Ik zag vanaf het eerste moment positieve resultaten en was enthousiast. Bij het zaaien gebruik ik de granulaatvorm, na opkomst 10 liter Nemater en Stimuter vloeibaar, en daarna spuit ik met een cyclus van twee weken."
Van der Velde ziet een snelle ontwikkeling van biostimulanten. "Het gaat om de weerbaarheid van de plant. Minder chemie is een goed streven, maar vraagt ook een andere manier van werken." Muller noemt het een proces van continu risico's inschatten. "Wat doe je preventief en wat laat je erop aankomen. En de randvoorwaarden zijn belangrijker geworden, want die moeten kloppen."
Tekst & beeld: Rik Leonards