De uienprijzen bewegen momenteel weer rond niveaus van €50 per 100 kilo. De laatste keer dat de uienprijs door deze grens ging, was in 2023 en daarvoor in 2019. Beide jaren waren er incidenten die veel stemming in de markt gaven. Wat hebben eerdere jaren met hoge prijzen ons nu te zeggen en wat zijn de verwachtingen voor de rest van het bewaarseizoen?
In 2018 was er sprake van extreme droogte wat de prijzen gedurende het bewaarseizoen flink opdreef. Ook in 2023 stegen de prijzen opnieuw tot grote hoogte, mede door de hoge mondiale grondstofprijzen dat jaar en tevens een goede exportvraag. Dit jaar zijn het kwaliteitsproblemen die die in de tweede helft van het bewaarseizoen onverwacht veel sentiment geven. Daarbij zorgt de exportvraag opnieuw voor een prijsopdrijvend effect.
Als je kijkt naar de exportcijfers in jaren met hoge prijzen ontstaat er een beeld van de vraag. Maar deze cijfers zijn op zich zelf bekeken niet altijd leidend. Daarvoor zijn er simpelweg te veel variabelen als opbrengst, kwaliteit, het gezaaide oppervlakte en de definitieve oogstraming. Dit speelt allemaal een rol in de prijsvorming. Geen van deze factoren afzonderlijk is voldoende om harde conclusies te trekken over prijsontwikkelingen, want marktwerking is nu eenmaal een combinatie van factoren. Wel kan gesteld dat jaren met hoge prijzen altijd een aanwijsbare oorzaak hebben als je kijkt oogstjaar 2018 en 2022.
Droogte decimeerde oogst in 2018
Op papier mindere exportcijfers hoeven hoge prijzen in elk geval niet in de weg te staan. In 2019 daalde de totale uienexport uit Nederland met 15% naar ongeveer 500.000 ton. De Afrikaanse vraag was toen wel krachtig. Met name uit landen zoals Senegal, Egypte en Nigeria steeg de vraag in 2019 met meer dan 10%. Dit wakkerde de prijsstijging aan, ondanks het lagere totale exportvolume. Daarbij waren er simpelweg te weinig uien voorhanden om überhaupt te kunnen exporteren. In 2018 zakte de uienoogst immers met 40% tot 887.000 ton, het laagste niveau in jaren. Niet zozeer de vraag, maar vooral het krappe aanbod was dat jaar leidend voor de hoge prijzen.
Goede vraag en grondstoffengekte in 2023
In 2023 waren de hoge prijzen meer een combinatie van vraag en aanbod. De uienopbrengst in 2022 was met 17% gedaald tot 1,21 miljoen ton, het laagste niveau sinds 2018. Daarnaast was de vraag krachtig. De totale Nederlandse uienexport in 2023 kwam uit op 540.000 ton, een stijging van 8% vergeleken met het jaar ervoor. Afrikaanse landen als Nigeria, Senegal en Egypte hadden veel behoefte aan uien, mede door bevolkingsgroei en verstedelijking. Dit leidde toen tot een exportgroei van 10% ten opzichte van 2022. Tegelijkertijd kampte Zuid-Afrika met slechte oogsten als gevolg van droogte en extreme weersomstandigheden, wat de afhankelijkheid van de Europese import versterkte. Binnen Europa nam de vraag naar uien eveneens toe. Daarnaast speelde de prijzencrisis op de grondstoffenmarkten een niet onbelangrijke rol. Door de oorlog in Oekraïne raakten veel grondstofprijzen op drift en dit zorgde ook voor stemming op de uienmarkt, mede door hogere prijzen van alternatieve groenten.
Kwaliteitsproblemen oorzaak prijsstijging 2025
Dit jaar is het niet zozeer vraag of aanbod, maar zijn het kwaliteitsproblemen in de bewaring die de uienprijzen flink doen stijgen. Met een definitieve oogstraming van 1,49 miljoen ton – het hoogst sinds 2011 – was aanvankelijk niet de verwachting dat de prijzen hoog zouden uitvallen, maar niets is minder waar. Kwaliteitsproblemen in Europa hebben de situatie dusdanig beïnvloedt, waardoor de vraag naar kwalitatief goede uien de laatste tijd enorm is gestegen. De prijs voor kwalitatief goede uien is inmiddels opgelopen tot €50 per 100 kilo, zo blijkt uit gedane transacties. Op de regionale beurzen zijn deze niveaus nog zeker niet aangetikt, maar is eveneens sprake van een krachtige stijging.
In eerste instantie werd €50 betaald voor uien van goede grofte, maar geluiden uit de markt doen inmiddels de ronde dat de kwaliteit van de partij leidend is. Ook Oost-Europa – met name Polen – trekt stevig aan de markt. Handelaren melden dat dit een duidelijke bodem in de markt legt: er doen prijzen de ronde waarbij er bruto voor netto wordt geleverd richting Polen voor ongeveer €35 per 100 kilo. Volgens insiders is dat voor de Nederlandse handel kwalitatief niet meer op te brengen. De voorraad is bovendien uitzonderlijk laag. Zo is het nog maar de vraag of het einde van het verkoopseizoen gehaald wordt met de uien die nu nog beschikbaar zijn. Een deel van de partijen die niet aan de kwaliteitsnormen voldoen, wordt inmiddels buiten de officiële kanalen om afgezet in Oost-Europa. Het aanbod wordt er hierdoor niet bepaalt ruimer op.
Verwachtingen restant seizoen
Het uienseizoen loopt in de regel tot medio juni. Dit betekent dat er nog ettelijke weken te gaan zijn, waarin de prijzen verder kunnen oplopen. Met het gemak dat de prijzen recent opliepen tot €50 kan de markt mogelijk ook nog doorstijgen naar €60. Een rondvraag langs handelaren leert dat niet iedereen dit daadwerkelijk ziet gebeuren. De importprijzen schommelen volgens een handelaar tussen de €48 en €60. Op basis hiervan zou er niet veel ruimte zijn voor verdere prijsstijgingen op de boer. Andere handelaren zien nog wel ruimte voor hogere prijzen. Daarvoor wordt nadrukkelijk naar de binnenlandse markt gewezen. Supermarkten zijn wellicht bereid om een hogere premie te betalen om het nog schaarse aanbod Nederlandse uien in handen te kunnen krijgen en daarmee aan de wens van de consument te voldoen, zo klinkt in de markt.
Op basis van eerdere jaren met hoge prijzen kan het twee kanten opgaan. In 2019 stegen de prijzen tot de laatste week van het seizoen door. In 2023 kantelde het sentiment en zakte de markt in de slotfase weer wat terug. Voorlopig is er dit jaar geen aanleiding om te denken dat dit laatste scenario zich gaat herhalen. In tegenstelling tot 2023 wordt de markt minder beïnvloedt van buitenaf in de vorm van volatiele grondstoffenprijzen. Dit jaar doet de markt het meer op eigen kracht en zijn er bovendien amper nog kwalitatief goede uien beschikbaar. Daarbij gooien de exportcijfers al wekenlang hoge ogen.
In elk geval kan alvast geconcludeerd worden dat de langbewaarder dit jaar sowieso niet bedrogen uitkomt, los van verdere prijsstijgingen.