De teelt van peen staat nu zo'n 2 seizoenen onder druk. Telers beginnen te twijfelen aan de toekomst. Een vergelijkbaar gewas om het bouwplan mee in te vullen, is echter moeilijk te vinden. Welke financieel gunstige mogelijkheden zijn er voor akkerbouwers?
Als we kijken naar de cijfers van het CBS, dan staat het areaal winterpeen niet direct in de min. Het areaal levert iets in, maar bevindt zich nog steeds op een hoog niveau. Misschien dat daar voor 2018 verandering in gaat komen. Veel telers zijn negatief gestemd over de toekomst.
Duitse invloed
De afzetmarkt voor peen verandert. Dat heeft met name te maken met Duitsland. Het land tracht hun grip op het product te verstevigen en wil de vraag zoveel mogelijk zelf invullen. Gatenvuller Nederland heeft hier merkbaar last van. Zelfs de afzet van biologische wortelen verloopt enigszins stroef.
"Waar Nederlandse exporteurs toonaangevend zijn in de wereldwijde handel van uien en aardappelen, hebben zij bij wortelen deels de boot gemist als het om gewassen product gaat", stelt Robert Schilder van zaadleverancier Bejo in hun Wortelmagazine. "Ongewassen wortelen exporteren is niet meer van deze tijd. Gelukkig zijn wasserijen en exporteurs bezig het tij te keren."
Karakterverandering
"Door het opschalen van de peenteelt verdwijnt het speculatieve en volatiele karakter van dit product", meent akkerbouwspecialist Erik Arts van accountantskantoor Countus. "Dit hebben we ook met de uienteelt zien gebeuren. Vooral op de zwaardere grond, waar een lang bewaarbaar product vandaan komt, zie je de contractteelt toenemen. Met contractprijzen tussen €8 en €9 per 100 kilo blijven telers peen verbouwen."
Het areaal winterpeen bevindt zich sinds 2011 op een niveau boven de 6.000 hectare. Alleen in 2015 kwam het daar nipt onder, met ruim 5.900 hectare. In het jaar 2000 werd nog 4.728 hectare peen geteeld. Het voorlopig areaal voor 2017 is 37% groter dan 17 jaar.
(Tekst gaat verder onder grafiek)
Ontwikkeling van het peenareaal in Nederland.Nichemarkt
Sommige worteltelers zoeken hun heil in andere peensoorten. Het ontbreekt snackpeen, schaaltjespeen en kleurenpeen niet aan populariteit. "Dit zijn allemaal niches. De bedrijven die zich hierin specialiseren doen dat goed, maar de markt is klein", aldus Arts. "Bovendien moet je over de juiste grondsoort beschikken en blijf je op den duur switchen tussen soorten. Daar zit een teler niet op te wachten."
De gemakkelijkste keuze is vooralsnog om te stoppen met de teelt. "Dat heeft weinig consequenties, in vergelijking tot bijvoorbeeld uien en aardappelen", zegt Arts. "De meeste telers beschikken niet over een eigen mechanisch gekoelde opslag en hebben weinig eigen mechanisatie. Stoppen zet je bedrijf niet op zijn kop." Het biedt echter geen aantrekkelijk financieel alternatief. Juist het vinden van een gewas met dezelfde geldelijke belofte maakt een alternatief vinden zo lastig.
Alternatieven voor peen
"Welke alternatieven aanwezig zijn, hangt af van je bouwplan en je locatie", aldus Arts. "In de Noordoostpolder zien we een uitbreiding in de teelt van witlof. Die teelt moet je echter in de vingers hebben. In Oostelijk Flevoland verhuren akkerbouwers hun land liever voor tulpen en ook suikerbieten kunnen een alternatief bieden. Een deel van de telers heeft nu beslist, omdat de tulpen nu in de grond moeten zitten. Een ander deel wacht januari en februari af en stelt de beslissing zo lang mogelijk uit. Ze hebben zo een beter zicht op de prijsontwikkeling van zowel bieten als wortelen."
Bouwplantechnisch biedt graan een alternatief. Financieel gezien is dit onaantrekkelijk. Misschien dat in het zuidwesten en noorden wordt teruggegrepen op extensieve teelten.
Wortelprovincie Flevoland
De wortelteelt is met name geclusterd in Flevoland. De gemeente Noordoostpolder was in 2016 goed voor 1.503 hectare en Dronten voor bijna 1.100 hectare. Zeewolde en Lelystad staan in de CBS-lijst op 336 en 215 hectare. Ook de Noord-Hollandse gemeentes haal je er direct uit. Hollands Kroon met 305 hectare en Schagen met 209 hectare.
Vooral in Flevoland zijn in het verleden veel bedrijven biologisch geworden. "Momenteel is het wat rustiger met omschakelaars", ziet de akkerbouwspecialist. "De afzet stagneer. Een groep pioniers is omgeschakeld en de volgers wachten nu af hoe de markt zich verder ontwikkelt."
Knolselderij als optie
Sommige akkerbouwers, die zelf een mechanische koeling en kistenbewaring hebben gebouwd, zien heil in knolselderij. Deze kleine teelt biedt volatiliteit en risico, maar ook de kans op een positief saldo. "Onze grootste zorg is de moeizame peenafzet", zegt Kees Vrolijk, voorzitter van de Knolselderijtelersvereniging Nederland. "Het gewas wordt gedeeltelijk door knolselderij vervangen, zo is ons idee. De markt voor dit gewas moet niet dezelfde kant op gaan als peen. Je moet kwaliteit leveren om je te onderscheiden. Dat valt niet altijd mee, mede door weersextremen. Goed is niet langer goed genoeg vandaag de dag."
Teeltbegeleider GreenAcker uit Dronten heeft nog een alternatief. De teelt van groenten voor de conservenindustrie. "Industriegroenten passen bij de Flevolandse akkerbouwers die variatie in hun bouwplan willen", meent GreenAcker-directeur Olaf Bogers. Het bedrijf merkt dat telers van peen op zoek zijn naar alternatieven.
De contractvoorwaarden van conserven zijn helder en overzichtelijk. Een aanzienlijk deel van de teeltkosten zijn voor rekening van de verwerkende industrie, zo promoot het. "Dit betekent een lager risico en meer rendement", zegt Bogers. Het bedrijf hoopt in 2018 het erwtenareaal met 100 hectare uit te breiden. Ook voor de bonen, spinazie en koolraap is er ruimte.
2018 wordt kantelpunt
Arts ziet 2018 als kantelpunt voor wortelen. "Nieuwe telers zie je er niet bijkomen. De winterpeenteelt verschuift naar de zwaardere grond, met meer product op contract, waardoor de volatiliteit daalt. Waar je ook voor kiest, maak een goede afweging voor je bedrijf. Beoordeel de risico’s en zoek naar de juiste alternatieven."