Groei bij witvlees- en rosékalveren

Na een lichte stijging bij het aantal melk- en fokvee in december laat april weer hetzelfde aantal zien als in april 2009. Bij het aantal weidevee en vleesvee neemt het aantal wel fors toe en laten de cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) een stijging van 5 procent zien.

Het aantal vleesvee bereikt met 1.250.000 dieren het hoogste punt in twee jaar tijd. Deze stijging dankt de categorie vleesvee en weidevee met name aan de vleeskalveren. Daar steeg over de hele linie het aantal dieren. Bij vleeskalveren voor rosé-vlees gaat het om een stijging van ongeveer 10 procent, terwijl bij vleeskalveren voor witvlees de toename stopt op ongeveer 2,5 procent. Met 294.000 rosé-vleeskalveren bereikt de sector een tweejaarlijks hoogtepunt.

Melkvee laat een daling zien ten opzichte van december 2009, maar komt daarmee niet onder het niveau van april 2009. Bij melkvee en fokvee valt uit de cijfers een soort van trend op te maken, waaruit je kunt concluderen dat het aantal dieren december 2010 weer uitkomt op het niveau van december 2009. Daarmee blijft het aantal dieren stabiel,

Belangrijkste oorzaak van deze terugkerende schommeling ligt bij het aantal melk- en kalfkoeien ouder dan twee jaar. Dat aantal volgt precies de grote schommeling bij het totale aantal. In april zakt het aantal melk- en kalfkoeien naar 1.477.000 dieren, terwijl het in december nog 1.521.000 dieren waren.

Wel laat de categorie vrouwelijk jongvee van 1 tot 2 jaar oud een constante toename zien. Dat aantal ligt in april op 563.000 dieren tegenover 500.000 dieren in december 2008. Dat is een stijging van ongeveer 12,6 procent. Als de trend zich doorzet dan stijgt het aantal vrouwelijk jongvee in december opnieuw. Het aantal vlees- en weidekoeien vanaf 2 jaar blijft daarnaast afnemen.