Nederland redding voor Chinese aardappelteelt

China zoekt naarstig naar alternatieven voor rijst en dan komt de aardappel al snel om de hoek kijken. De Aziatische reus ziet in de aardappel een manier om boeren op het platteland de houden en meer voedsel te produceren. Echter het ontbreekt ze aan kennis, zo meldt de Telegraaf.

Emeritus hoogleraar Ruby Rabbinge van de Universiteit van Wageningen ziet dat de Chinese overheid de teelt van aardappels wil bevorderen. "In China moet de voedselzekerheid omhoog. Een vijfde van de wereldbevolking is Chinees, en de overheid wil de voedselvoorziening daarvoor meer in eigen hand houden, terwijl ze maar 8 procent van de landbouwgrond in de wereld hebben." En daarvoor zijn aardappels geschikter dan rijst, zegt Rabbinge, die bovendien voorzitter is van een raad van internationale adviseurs voor het Chinese ministerie van landbouw.

Paul Oosterlaken is directeur van Kiremko, een bedrijf dat productielijnen maakt om aardappels te verwerken tot bijvoorbeeld friet, chips of andere producten. Hij ziet nog een reden dat de Chinese overheid de teelt van aardappels wil bevorderen. "Steeds meer Chinezen trekken naar de stad, waar ze veel meer kunnen verdienen. Door aardappelverwerkingsfabrieken op het platteland op te zetten, hopen ze dat boeren daar blijven en het voedsel telen, in plaats van naar de stad te gaan, waar ze het voedsel alleen opeten."

Tegelijkertijd moet de aardappelteelt een stuk efficiënter worden, nu wordt in China slechts een klein deel van de oogst verwerkt. De rest wordt als veevoer gebruikt of rot weg. Die efficiëntie moet omhoog, ziet ook Rabbinge: "Een boer moet tijdens de teelt al gauw zo’n honderd beslissingen nemen. Dus met alleen groene vingers red je het niet, je moet ook groene hersens hebben. En dat kan beter worden ontwikkeld."

De Nederlandse aardappelindustrie ruikt hiermee een enorme kans. Want in China worden namelijk met afstand de meeste aardappels ter wereld geteeld, per jaar zo’n 70 miljoen ton, een vijfde van het wereldtotaal. Ter vergelijking, Nederland staat op de negende plaats met een aardappelberg van ’slechts’ 7 miljoen ton per jaar.

Om de kennis van Nederlandse bedrijven te delen, en uiteindelijk de export te bevorderen, is in 2010 Orange Potato opgericht. In dit consortium werken bedrijven uit de aardappelverwerkingsindustrie samen, gesteund door de overheid. Ook Kiremko maakt deel uit van de groep. Paul Oosterlaken: "Nederland is een echt aardappelland, er zit hier veel kennis en een grote verwerkende industrie. We kennen elkaar allemaal, ook al zijn we concurrenten."

Hoewel Kiremko al vijftien jaar actief is in China, ziet hij wel degelijk voordelen van de samenwerking. "Wanneer je met de overheid optreedt, opent dat hier deuren. In Nederland denken wij als ondernemers: „We doen het zelf wel.” Maar in China wordt je als veel belangrijker gezien als je samen met de overheid binnenkomt."

Orange Potato organiseert handelsmissies en is aanwezig op allerlei aardappelbeurzen. Dit alles om uiteindelijk de Nederlandse export te bevorderen. Maar voordat verwerkingsbedrijven aan de slag kunnen, moeten er natuurlijk goede Chinese aardappels zijn. En daar schort het nogal eens aan. Johan van der Riet, wiens bedrijf Agriplan de projecten van Orange Potato uitvoert: "Om de aardappelteelt te bevorderen, organiseren we, behalve handelsmissies, ook onderwijsprojecten tussen Chinese en Nederlandse onderwijsinstellingen."

Dat is nog een hele klus, aangezien in China aardappelziektes op grote schaal voorkomen. Oosterlaken: "Aardappelrassen zijn continu in ontwikkeling. Maar over een ras betaal je royalty’s, en die worden in China niet erkend. Daarom is er geen teler die aardappelzaad naar China wil exporteren, met ziektes in de lokale aardappels tot gevolg."

Exporteren naar China staat voor veel ondernemers gelijk aan gekopieerd worden, maar daar maken de bij Orange Potato aangesloten bedrijven zich weinig druk om. Van der Riet: "Veel van de aangesloten bedrijven zeggen dat het pas een probleem is als je niet wordt gekopieerd. Dan is je product niet goed genoeg."

Ook Oosterlaken kijkt daar nuchter tegenaan: "De kans bestaat dat er over vijf jaar een ’Chinese Kiremko’ is, ja. Maar bij ons is iedere productielijn anders. Die kan natuurlijk een-op-een door een Chinees bedrijf gekopieerd worden. Maar onze machines worden voor iedere klant aangepast, en die expertise hebben ze hier nog niet. Dat krijgen ze nog wel onder de knie, hoor, maar dat gaat nog wel even duren."

© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.