Vanaf 2018
Ontheffingenbeleid wordt boer-vriendelijk
In 2018 gaat het ontheffingenbeleid voor landbouwverkeer op de schop. Als het aan de RDW ligt, worden aanvraag en mogelijkheden boer-vriendelijker. Gemeentes houden een flinke vinger in de pap. Dat kan de nodige hoofdbrekens opleveren.
Donderdag 7 september startte de RDW met hen de 'Samen op weg-campagne' in Dronten. Die campagne is erop gericht om wegbeheerders te informeren over het nieuwe ontheffingenbeleid voor landbouwverkeer. Medio 2018 treedt dit beleid waarschijnlijk in werking.
Let op: waarschijnlijk, want de kogel is nog niet door de kerk. De gepresenteerde plannen zijn conceptueel. Op het Aeres Praktijkcentrum werden voornamelijk gemeentemedewerkers voorgelicht over landbouwverkeer, wat de knelpunten zijn en hoe het beleid eruit komt te zien.
65
procent
24 vergunningen voor 1 machine
Een van de grootste knelpunten momenteel is de versnippering. "Om in heel Noord-Brabant met een 3,5 meter brede machine te mogen rijden, moet je bij 24 verschillende instanties een ontheffing aanvragen", somt motoragent Erik Bouman op. Hij is specialist landbouwverkeer in deze provincie. "Op dit moment heeft 65% van de gemeentes de RDW gemandateerd om een ontheffing af te geven. Bij 35% is dat nog niet het geval." Onderling verschillen de ontheffingen enorm in eisen. Bouman komt in de praktijk de gekste zaken tegen. Het is de hoogste tijd voor 1 loket met dezelfde regels.
Wetgeving blijft van kracht
Als het aan de RDW ligt, wordt het ontheffingenbeleid opgesplitst in 3 stukken. De conceptuele versies toonde het in Dronten. De huidige wettelijke maximum massa’s blijven van kracht. Dit betekent dat een enkele as maximaal 10 ton mag dragen, een zelfrijder (MMBS) 12 ton en een pendel as 13 ton. De wetgeving kent geen categorie rubberrups. Maximale toegelaten massa is 50 ton. Voor machines hoger dan 4 meter wordt nooit een ontheffing verleend.
Ontheffing 1
De eerste ontheffing geldt voor een landbouw- of bosbouwtrekker met een gedragen of getrokken machine. De breedte, exclusief lading, blijft maximaal 3,5 meter. Boven de 3 meter moet een ontheffing worden aangevraagd. Die geldt voor 1 jaar en wordt op het bedrijf afgegeven, omdat een voertuigregistratie tot de komst van kentekens niet voor handen is. Het voertuig wordt niet geregistreerd bij de aanvraag.
Ontheffing 2
Ontheffing 2 geldt voor trekkers of zelfrijders (MMBS). Optioneel met een aanhanger, zoals een maaibord. Deze incidentele ontheffing is maximaal 12 maanden geldig voor maximaal 5 routes. Voor een loonwerker betekent dit flink wat intekenwerk, omdat 5 routes beperkt is. De maximale breedte blijft 3,5 meter. De lengte voor een enkel voertuig 20 meter, of 22 meter voor een combinatie. Volledige registratie met technische informatie over het voertuig is vereist. De ontheffing wordt afgegeven op basis van het serienummer.
Deze ontheffing heeft al direct beperkingen. Zelfbouw machines beschikken niet over een voertuignummer en een beetje maaidorser, waarvoor deze ontheffing mede is bedacht, meet buitenwerks veelal meer dan 3,5 meter. Anders was het huidige beleid ook toereikend geweest.
Ontheffing 3
De derde ontheffing, geheel nieuw, is waar aanwezige wegbeheerders het meeste protest op leverden. Ook dit papier wordt incidenteel voor maximaal een jaar afgegeven en is eveneens geldig op 5 routes. De maximale toegestane breedte gaat naar 4,25 meter. De lengte is 20 meter.
Volledige registratie is vereist, net als begeleiding. De RDW ziet zelf een situatie voor zich waarbij een medewerker, boer/loonwerker of boerenzoon een verkorte cursus volgt om werktuigen te mogen begeleiden. Minimaal 1 escortvoertuig is vereist voor wegtransport. België werkt reeds met zo’n dergelijk systeem.
Een cursus tot convoi exceptionel begeleider is zwaar. Aanwezige wegbeheerders mopperde daarom ook flink op dit idee. 3-assige bietenrooiers en machines boven de 3,5 meter laten zij niet toe, zo klinkt het volmondig. Daar strookt de theorie flink met de praktijk. De RDW schat dat het jaarlijks 2.000 van deze ontheffingen gaat verlenen.
Tekst gaat verder onder de foto:
Nieuw is een ontheffing voor machines tussen 3,5 en 4,25 meter voor zelfrijdende (oogst)machines. Daarvoor is wel minimaal 1 escortvoertuig vereist.
Routes intekenen
De RDW gaat alle ontheffingen centraal afgeven, in overleg met wegbeheerders. Dat maakt het voor aanvragers flink gemakkelijker. Bij de tweede en derde ontheffing wordt altijd overleg met de beheerder gepleegd. Die kan de looptijd inkorten, extra eisen stellen of de aanvraag afwijzen. Zij zijn verplicht om toegestane routes in te tekenen op de Digitale Wegenkaart Ontheffingen (DWO). Boeren en loonwerkers kunnen deze kaart inzien, om te weten waar zij wel en niet mogen komen. De RDW pleit voor het intekenen van 'corridors' door dorpen en steden, wanneer een rondweg niet beschikbaar is voor landbouwverkeer.
30
euro
Mogelijk hoge kosten
De kosten bedragen straks circa €30 per ontheffing per beheerder voor een periode van 1 jaar. Een maatwerk ontheffing kost € 100, afhankelijk van het aantal routes. Het opstellen van een nieuw ontheffingenbeleid hangt grotendeels samen met het invoeren van een trekkerkenteken. Die werd december 2016 in de prullenbak gegooid, maar is inmiddels terug op tafel.
Begin oktober wordt hier opnieuw over vergaderd. Vooral voor de koppeling van een ontheffing aan 1 voertuig is een kenteken van groot belang. Op dit moment verleent de RDW 17.000 ontheffingen per jaar.
Niels van der Boom
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.