Eigen foto

Interview Bert-Jan Ruissen

'Zorg dat de boer een boterham kan verdienen'

28 December 2021 - Jurphaas Lugtenburg - 5 reacties

Het nieuwe Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) is door het Europese Parlement goedgekeurd, de formele bespreking van het 7e actieprogramma Nitraatrichtlijn (7e AP) is door de Europese Commissie uitgesteld en de Green Deal begint steeds meer vorm te krijgen. Kortom: er zijn het afgelopen jaar belangrijke besluiten genomen voor de landbouw op Europees niveau.

Boerenbusiness sprak met Europarlementariër Bert-Jan Ruissen (SGP) over deze ontwikkelingen en de gevolgen daarvan op de Nederlandse landbouw.

Het nieuwe GLB is afgelopen jaar door het Europees Parlement goedgekeurd. Hoe kijkt u naar het akkoord dat bereikt is?
"In het nieuwe GLB zijn een aantal belangrijke wijzigingen doorgevoerd. Zo is er meer aandacht voor de verduurzaming en biodiversiteit. Dat betekent wel dat er extra eisen aan boeren gesteld worden om in aanmerking te komen voor de directe inkomenssteun. Het GLB is een raamwerk waarin de lidstaten met de Nationale Strategische Plannen (NSP) de doelen van het GLB in een op de eigen agrarische sector toegespitste wijze kunnen invullen. Die regionale aanpak is een belangrijke koerswijziging in het Europese landbouwbeleid. Een boer in Nederland staat voor heel andere uitdagingen dan bijvoorbeeld zijn collega in Spanje en dat wordt met het GLB beter onderkend."

"Het is bij de nationale invulling wel belangrijk dat de economische levensvatbaarheid van de sector niet uit het oog wordt verloren. Sommige partijen doen net of de directe betalingen aan boeren gratis geld is en vinden het daarom prima daar extra eisen aan te verbinden. Voor veel boeren is die steun echter hard nodig om overeind te blijven. Doelen op het gebied van bijvoorbeeld duurzaamheid zijn goed, maar zorg daarbij wel dat de boer een boterham kan blijven verdienen."

Hoe pakt Nederland de nationale invulling op?
"Laat ik voorop stellen dat ik Europarlementariër ben en dat de uitwerking van het GLB door de invulling van het NSP een zaak is tussen de lidstaat en de Commissie. Ik kijk wel met verbazing naar sommige keuzes die Nederland maakt. Zo heeft de Tweede Kamer gestemd voor een geleidelijke maximale overheveling van 30% van het budget uit de eerste pijler (directe betalingen) naar de tweede pijler (plattelandsontwikkeling). Voor zover ik dat nu kan overzien maken andere lidstaten die keuze niet. Daardoor worden de Nederlandse boeren op achterstand gezet ten opzichte van hun Europese collega's die hogere directe inkomensondersteuning houden. Opvallende daarbij is dat ook partijen als CDA, CU en VVD, die uitdragen landbouw-minded te zijn, voor de overheveling gestemd hebben."

"Het GLB voorziet in maatwerkoplossingen zoals bijvoorbeeld voor bufferzones langs water. De algemene regel in het GLB is een drie meter brede strook. In de onderhandelingen hebben we bedongen dat lidstaten met veel sloten een vrijstelling voor deze bufferzones kunnen krijgen. Die uitzondering is er bijna speciaal voor Nederland in gekomen. De mogelijkheid is er, maar Nederland is wel heel terughoudend om daar gebruik van te maken. Hetzelfde is het geval bij het niet productief areaal. Lidstaten kunnen kiezen voor 7% niet-productief areaal, waarvan 3% bestaat uit niet-productieve elementen zoals sloten en bomen en waarbij de overige 4% ingevuld kan worden met vanggewassen, eiwitteelten of via een eco-regeling. Ik  vind het onverstandig dat Nederland hierbij vanggewassen niet laat meetellen. Consequentie is namelijk dat je boeren met vanggewassen de mogelijkheid ontneemt om de braaklegging te beperken tot 3% in plaats van 4%. 1% lijkt een klein verschil maar heeft grote gevolgen voor bijvoorbeeld goed verkavelde bedrijven met weinig sloten in Flevoland of Noord-Beveland. De inzet van vanggewassen met een wegingsfactor zoals in het huidige GLB past beter bij die bedrijven dan 1% extra grond uit productie nemen. Het GLB biedt de mogelijkheid en ik zou zeggen: maak daar dan ook gebruik van."

Een ander belangrijk thema dit jaar was de nitraatrichtlijn. Hoe kijkt u vanuit Brussel naar de discussie?
"Het is voor mij onbegrijpelijk dat de bespreking van het 7e actieprogramma Nitraatrichtlijn in het Nitraat Comité in Brussel door de Europese Commissie is uitgesteld. Nederland heeft een ambitieus plan gepresenteerd, misschien zelfs wel te ambitieus als je de praktische bezwaren uit de sector hoort, en dat terwijl in een groot deel van Nederland de kwaliteitsnormen voor grondwater gehaald worden. Extra maatregelen voegen in die regio's niets toe voor de waterkwaliteit, maar wekken - geheel te begrijpen - veel weerstand op in de agrarische sector."

"Voor nitraat in het grondwater is er een harde Europese norm die voor alle lidstaten geldt. Voor het oppervlaktewater stellen lidstaten echter eigen normen op. Daardoor kan het dus gebeuren dat oppervlaktewater dat Nederland binnenstroomt uit Duitsland of België in die landen aan de norm voldoet maar in Nederland voor problemen zorgt. Daarmee wordt een ongelijkheid gecreëerd tussen de lidstaten."

Interpreteert Nederland de regels te streng?
"Vanuit Nederland wordt bij deze regels door sommige partijen wel heel makkelijk naar Brussel gewezen. De Europese richtlijnen bieden meestal mogelijkheden voor aanpassing aan lokale situatie. Dan moeten de knelpunten wel helder en goed onderbouwd voor het voetlicht gebracht worden in Brussel. In bredere zin dragen de Nederlandse vertegenwoordigers in Brussel misschien wel te weinig uit welke stappen de Nederlandse landbouw al heeft gezet en waar de sector het goed doet."

Vanuit Nederland wordt makkelijk naar Brussel gewezen

Europarlementariër Bert-Jan Ruissen

"In de discussie over de emissies heb ik bijvoorbeeld nauwelijks iets over productie per hectare gehoord. Verhoudingsgewijs stoot de Nederlandse landbouw per ton geoogst product of liter melk relatief weinig emissies uit. Daar moet dan wel aandacht voor gevraagd worden in de discussie die in Europa gevoerd wordt. Als het niet aan de kaak wordt gesteld, wordt het ook niet in de beoordeling van de Nederlandse plannen meegenomen."

"Te veel sturen op doelstellingen en om die te halen een pakket aan regels opstellen, is overigens een bredere tendens in de Europese en Nederlandse politiek volgens mij. De meeste boeren willen het goed doen en dat zou het uitgangspunt moeten zijn. In het beleid zouden we meer moeten werken met haalbare en realistische doelstellingen en voor de uitvoering boeren instrumenten bieden om dat uit te voeren in plaats van bovenaf opgelegde regels. Neem bijvoorbeeld de Europese doelstelling om naar 25% biologische landbouw te groeien. In Nederland ligt dit percentage nu op ongeveer 3%, dat is niet zomaar met 22% te verhogen. Vragen waar men voor het gemak aan voorbij gaat zijn onder andere: is er vanuit de markt voldoende vraag naar zoveel extra biologische producten? Wat betekent de uitbreiding voor de bestaande biologische bedrijven? Kortom: hoe haalbaar en realistisch is die doelstelling en wordt het doel niet voorbij gestreefd wanneer dit van bovenaf wordt afgedwongen?"

In het verlengde daarvan: hoe kijkt u naar de Europese ambitie om het gebruik van GBM's met 50% te verminderen in 2030?
"Ziektes en plagen komen voor en in de landbouw wordt gezocht naar mogelijkheden om dat te beheersen. GBM's zijn daar een belangrijk instrument bij en dat zal op korte termijn niet veranderen. Tijdens mijn werkbezoeken krijg ik regelmatig van boeren te horen dat de 'medicijnkast steeds leger begint te raken' en dat het daardoor steeds lastiger wordt het gewas gezond en daarmee de productie op peil te houden. Dat is iets waar ik mij zorgen over maak."

"Door innovatie kan het middelengebruik worden teruggedrongen, maar dat kan niet van het ene op andere moment. Er wordt gewerkt aan alternatieven, bijvoorbeeld groene middelen of door veredeling, maar daar is tijd voor nodig. Op het gebied van veredeling zou Europa de sector kunnen helpen door nieuwe veredelingstechnieken - waarmee de traditionele veredeling versneld kan worden - toe te laten. Die vallen nu nog in de categorie van genetische modificatie. De nieuwe veredelingstechnieken bieden niet alleen kansen om gewassen weerbaarder te maken maar ook om de kwaliteit van de producten te verbeteren of de opbrengsten te verhogen."

"Overigens zou de vraag gesteld kunnen worden of de 50% reductie wel past bij het doel dat beoogd wordt. Vanuit milieuoogpunt is het logischer om het gebruik van middelen die minder of niet belastend zijn voor het milieu te stimuleren. De focus te leggen op kilo's werkzame stof per hectare kan averechts uitpakken voor de middelen die minder belastend zijn voor het milieu."

Heb je een tip, suggestie of opmerking naar aanleiding van dit artikel? Laat het ons weten

Jurphaas Lugtenburg

Is redacteur bij Boerenbusiness en focust zich vooral op de akkerbouwsectoren en de voer- en energiemarkt. Ook heeft Jurphaas zelf een akkerbouwbedrijf op Voorne-Putten (Zuid-Holland). Wekelijks presenteert hij de Marktflits Granen
Regenradar
Powered by Agroweer
Reacties
5 reacties
paul 28 December 2021
Dit is een reactie op het Boerenbusiness artikel:
[url=https://www.boerenbusiness.nl/artikel/10895924/zorg-dat-de-boer-een-boterham-kan-verdienen]'Zorg dat de boer een boterham kan verdienen'[/url]
Met de kop "zorg dat de boer een boterham kan verdienen" wordt er toch een andere suggestie gemaakt dan het artikel laat lezen! Mijn interpretatie bij "een betere boterham" is dat er euro's verdiend moet worden op het boeren erf. EU beleid, allemaal prima, maar het inkomen van de boer moet voorop staan, dat wordt over het hoofd gezien. De basis van het feit dat er te weinig euro's op het boerenerf achter blijft is dat we als sector veel te veel kosten moeten maken. Iedereen (erfbetreders) die bij ons op het erf komt vind dat hij/zij een salaris mag hebben, over onze rug. En daar wringt de schoen. We hebben ons als sector afhankelijk gemaakt van allerlei adviseurs en monteurs, echt de afhankelijk is enorm. En dan wordt vaak als oplossing aangedragen om te kunnen overleven de innovatie. Dit is niet allen kennis en kunde, het is ook een directe kostprijs verhoging met ook een enorme afhankelijkheid van monteurs. Dit kan onze sector niet verdragen. De sleutelwoorden voor de toekomst zijn "sober en simpel".
Oogkleppen 28 December 2021
Geheel mee eens wij worden als sector een hoek ingedrukt waar we niet in willen belanden, afhankelijk zijn van derden.

Een voorbeeld is GPS op zich is het werk er makkelijker door geworden en het levert tijd winst op.
Maar de fabrikant weet dat ook en heeft het systeem doodleuk verandert en je moet nu aan de modem kosten meer dan 1400 euro en de jaarlijkse abonnementskosten zijn bijna verdubbelt.

Heb ik daar om gevraagd nee maar het wordt wel door je strot geduwd.

Een ander fenomeen wat de kop op steekt de laatste jaren is een bewaarcoach die ook grof betaald moet worden het lijkt er steeds meer op dat de sector niet meer haar eigen boontjes kan doppen.
Abonnee
watze 28 December 2021
Een zeer gedegen verhaal, met de juiste argumenten voor een acceptabel NSP / GLB.
Bert Jan heeft een boerenhart voor de landbouw zo blijkt uit het interview.
Zou op het ministerie in den Haag (waar hij gewerkt heeft) nog veel kunnen betekenen om de ogen en oren daar te laten functioneren.
Het kan vriezen of dooien 29 December 2021
paul schreef:
Dit is een reactie op het Boerenbusiness artikel:
[url=https://www.boerenbusiness.nl/artikel/10895924/zorg-dat-de-boer-een-boterham-kan-verdienen]'Zorg dat de boer een boterham kan verdienen'[/url]
Met de kop "zorg dat de boer een boterham kan verdienen" wordt er toch een andere suggestie gemaakt dan het artikel laat lezen! Mijn interpretatie bij "een betere boterham" is dat er euro's verdiend moet worden op het boeren erf. EU beleid, allemaal prima, maar het inkomen van de boer moet voorop staan, dat wordt over het hoofd gezien. De basis van het feit dat er te weinig euro's op het boerenerf achter blijft is dat we als sector veel te veel kosten moeten maken. Iedereen (erfbetreders) die bij ons op het erf komt vind dat hij/zij een salaris mag hebben, over onze rug. En daar wringt de schoen. We hebben ons als sector afhankelijk gemaakt van allerlei adviseurs en monteurs, echt de afhankelijk is enorm. En dan wordt vaak als oplossing aangedragen om te kunnen overleven de innovatie. Dit is niet allen kennis en kunde, het is ook een directe kostprijs verhoging met ook een enorme afhankelijkheid van monteurs. Dit kan onze sector niet verdragen. De sleutelwoorden voor de toekomst zijn "sober en simpel".
Vooral met "sober en simpel" kunnen wij als sector overleven.

Ik vraag mij mij wel eens af of veranderingen in de afgelopen jaren significante verbeteringen zijn geweest voor de sector.
We leven nu in de tijd als het kruisje maar in het juiste vakje staat dan is het goed de sector wordt inmiddels bedolven onder vrachten papier die naar mijn mening niets meer toevoegen dan alleen heel veel mensen aan het werk te houden die allemaal uit de trog moeten mee eten.
Dat de kostprijs daardoor flink stijgt wordt gemakshalve vergeten.





Abonnee
zuidboertje 29 December 2021
Goede titel: wel boterham, maar geen beleg.
U kunt niet meer reageren.

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Schrijf je in en ontvang elke dag het laatste nieuws in je inbox

Bel met onze klantenservice 0320 - 269 528

of mail naar support@boerenbusiness.nl

wil je ons volgen?

Ontvang onze gratis Nieuwsbrief

Elke dag actuele marktinformatie in je inbox

Aanmelden