Shutterstock

Aangeboden door Bayer

Zoeken naar haalbare en houdbare maatregelen

13 November 2018

Wat zijn haalbare en houdbare maatregelen die biodiversiteit kunnen stimuleren? En hoe maken we boeren warm om deze maatregelen daadwerkelijk op hun bedrijven op te nemen of in te voeren? Dat waren 2 kernvragen tijdens het symposium 'Boer Proof Natuur' dat HAS Hogeschool Den Bosch en Bayer begin juli op de Forward Farm in Abbenes organiseerden.

"De boeren hebben het meeste baat bij een natuur die tegen een stootje kan; daar moeten we ons op richten", stelt ecoloog Henk Nijenhuis, een van de gastsprekers tijdens het symposium. Collega-ecoloog Arjen de Groot van Wageningen UR vindt dat er genoeg laaghangend fruit is om snel vorderingen te kunnen maken in agrobiodiversiteit. "Er is veel kennis en die zullen we op een praktische manier uit moeten dragen naar de praktijk."

'Boer Proof Natuur'
De eerste spreker is Henk Nijenhuis, polderecoloog. "Dat woord hebben we een paar jaar geleden zelf verzonnen", zo begint hij. "Het betekent niet alleen dat ik ecoloog ben in een poldergebied, maar het staat ook voor het werkwoord polderen, ofwel overleggen. Dat vind ik minstens zo belangrijk. Natuur is geen eenduidig begrip, iedereen heeft daar een ander beeld of perceptie bij. Daar moeten we het met z’n allen doorlopend over hebben om spraakverwarring te voorkomen."

Volgens Nijenhuis moeten natuurmaatregelen op boerenbedrijven vooral robuust zijn: het moet effect hebben zonder dat er al teveel aandacht en tijd aan besteed moet worden. In de praktijk gaat het dan vaak om goed gekozen beplanting van bomen, struiken, grassen en bloemen die passen bij het bedrijf en de omgeving en waarbij rekening wordt gehouden met de grondsoort, de (veranderingen in) grondwaterstand en de windrichting.

Nijenhuis: "Natuurmaatregelen op boerenbedrijven moeten vooral robuust zijn."

Zo gedijen de zwarte populier, ratelpopulier en fladder-iep prima aan de winderigere westkant van het bedrijf, terwijl de hazelaar, gewone esdoorn en 2-stijlige meidoorn het juist goed doen aan de luwe oostkant. Aan de warme zuidkant passen onder meer winterlindes, zomereiken, wilde appel en mirabellen en aan de koele en vochtige noordkant de zwarte els, boswilg en gele kornoelje.

Nijenhuis benadrukt dat vooral een combinatie van deze bomen goed is voor meer biodiversiteit. "De ene boom is meer een vroege bloeier, wat gunstig is voor bijen en andere bestuivers, terwijl de ander zorgt voor bessen of vruchten op momenten dat vogels ze goed kunnen gebruiken. Vooral dat samenspel is belangrijk."

Hagen, struiken en planten
Ook hagen en struiken (zoals liguster, veldesdoorn en haagbeuk) kunnen volgens hem een mooie bijdrage leveren aan de biodiversiteit. "Ze bieden beschutting voor kleine dieren en vogels; ze kunnen erin rondscharrelen en het als vluchtplek gebruiken. Voor sommige vogels (zoals de mus) is het ook een mooi winterverblijf." Meer diversiteit in planten en kruiden biedt volgens Nijenhuis ook een duidelijke meerwaarde voor de natuur.

Arjen de Groot: "Het gaat erom dat boeren zien wat mogelijk is. We moeten de kennis op het erf brengen."

Hij noemt de klimop, die in het najaar veel bloemen met nectar geeft. "De voedselbron is belangrijk voor vlinders en insecten." Ook het inzaaien van kruidenmengsels helpt om de biodiversiteit te vergroten, al moet dan wel het juiste mengsel worden gebruikt. "Aan de zuidkant passen weide-kruidenmengsels het beste, aan de noordkant mengsels voor bosranden. Voor de overige plekken kunnen het beste mengsels voor beschaduwde en voedselrijke weide worden gebruikt."

Naast bomen, struiken en planten kunnen ook eenvoudige insecten- en bijenhotels en lieveheersbeestjeskasten helpen om de natuur diverser te maken. "Je hoeft ze alleen maar op te hangen; meer is het niet", aldus de polderecoloog. Ook pleit hij voor niet al te netjes opgeruimde erven "Laat her en der wat dood hout liggen; die zorgen voor beschutting voor vogels en kleine zoogdieren. Zorg voor wat losse, onbegroeide grond rondom het erf. Dat zijn plekken waar bodem-bewonende bijen en hommels zich heel goed thuis voelen."

No-regret-maatregelen
"Tegenwoordig worden de tegenstellingen tussen natuurontwikkeling en landbouw uitvergroot, terwijl er minstens net zoveel aanknopingspunten zijn om samen op te trekken. Daar wil ik het over hebben", zo trapt Arjen de Groot van Wageningen Environmental Research af. Volgens De Groot is er genoeg laaghangend fruit waarmee boeren de biodiversiteit op hun bedrijf kunnen vergroten.

Hij noemt ze 'no-regret-maatregelen', wat inhoudt dat de kosten beperkt blijven, er zo goed als geen kans is op ongewenste neveneffecten en de maatregelen een effectieve bijdrage leveren aan biodiversiteit. De eerste actie moet gericht zijn op het behouden van natuurelementen die al een positieve bijdrage leveren aan biodiversiteit, zoals houtwallen, heggen, poelen, vijvers, slootkanten, oude bomen en plekken met dood hout. "Daar hoef je als boer niets aan te doen, je hoeft het alleen maar te laten voor wat het is."

Ook eenvoudige maatregelen zoals het plaatsen van een bijenhotel of (nog eenvoudiger) een bundeltje bamboestokjes ophangen als nestgelegenheid voor bijen, kosten amper tijd en geld. "Het gaat erom dat boeren zien wat er mogelijk is; we moeten de kennis dus op het erf brengen."

Praktische kennis uitdragen
De ecoloog pleit voor meer projecten die de praktische kennis uitdragen. Hij noemt het project 'Kennisimpuls bestuivers', dat via praktijknetwerken en een helpdesk helpt om kennis rondom (wilde) bestuivers te vergroten. "We merken dat dit concept aanslaat; boeren komen daardoor zelf met initiatieven om kleine, ongebruikte hoekjes of oeverzones in te planten of te zaaien met landschapselementen die voor meer biodiversiteit zorgen."

Bestaande natuurelementen kunnen een positieve bijdrage leveren aan de biodiversiteit.

De Groot wil de komende jaren toe naar keuzemenu’s waarmee gerichte keuzes kunnen worden gemaakt. "Dat kan betekenen dat bloemranden minder kleurrijk worden, maar wel nuttiger worden voor insecten. Minder spectaculaire soorten zoals fluitekruid en duizendblad, maar ook klaver en wikke hebben een goede invloed op de insectenrijkdom."

Ook verwacht hij dat de landbouwkundig ongelukkige keuzes minder voor gaan komen. "Er bestaan mengsels met wilde peen; die zijn niet handig naast een perceel met wortelen, mede omdat ze waardplant zijn voor de wortelvlieg. In het verleden zijn daar wel eens flinke teleurstellingen mee geweest."

Handleiding voor meer biodiversiteit
Als laatste gaven Tosca Smit, Barry van der Veeken en Youri van der Meer van de HAS Hogeschool Den Bosch uitleg over hun vernieuwde (of beter gezegd: vereenvoudigde) handleiding voor agrobiodiversiteit. Zij borduren hiermee voort op eerder onderzoek van HAS-studenten dat veel breder van opzet was, maar daardoor ook minder praktisch van aard.

Met de handleiding (die getest is op 3 akkerbouwbedrijven) hopen de 3 studenten een tool te bieden waarmee boeren op basis van een beperkt aantalindicatoren, in relatief korte tijd een beeld kunnen krijgen van de biodiversiteit op hun bedrijf.

Deze businesscase is powered by:

Bel met onze klantenservice 0320 - 269 528

of mail naar support@boerenbusiness.nl

wil je ons volgen?

Ontvang onze gratis Nieuwsbrief

Elke dag actuele marktinformatie in je inbox

Aanmelden