Het wordt stilaan voorjaar, en het landwerk komt op gang. De afgelopen weken zijn enkele percelen zomertarwe ingezaaid, maar op veel plaatsen was het nog te nat. Zodra de grond droog genoeg is, kan de inzaai hervat worden.
Bij percelen met een mindere structuur heeft zomertarwe de voorkeur boven zomergerst. Zomergerst kan nog later gezaaid worden, en past ook beter op droogtegevoelige grond. Ook als er sprake is van vrijlevende aaltjes zaait u best zomergerst. Zomergerst heeft het kortste groeiseizoen nodig, en kan de nodige oogstspreiding en extra veel gelegenheid voor een geslaagde nateelt geven.
Rassenkeuze
Door veredeling stijgt de opbrengstpotentie van zomertarwe gestaag. Op de nieuwe rassenlijst is de gemiddelde opbrengst 9 ton met, en 7,9 ton zonder ziektebestrijding. Het ras Nobless, in 2016 nieuw op de lijst, verhoogt deze laatste met maar liefst 8% tot 8,5 ton/ha. Samen met de 8 voor stevigheid komt dit ras als zeer gezond en oogstzeker uit het onderzoek.
Voor een renderende zomergerstteelt is een ras nodig met hele goede ziekteresistenties en een hoge opbrengstpotentie. Zo kan met minimale input een hoge opbrengst gerealiseerd worden. Het ras Paustian, sinds 2016 nieuw op de Rassenlijst, blinkt daarin uit. Op zand- en dalgrond haalt het de hoogste opbrengst zonder ziektebestrijding (104; 7,5 ton/ha). Ook op stevigheid scoort dit ras het hoogste cijfer (8,5).