Aangeboden door: Limagrain
Ritnaalden na groenbemesters?
Ritnaalden en emelten kunnen veel schade toebrengen aan onder andere suikerbieten, aardappelen en maisplanten. Op steeds meer percelen duiken deze bodeminsecten op. Is er een verband met de toename van groenbemesters?
Emelten, larven van de langpootmug, komen ‘s nachts boven de grond en vreten dan aan bladeren en stengels van jonge bietenplanten. Ritnaalden zijn de larven van de kniptor en bijten de wortels van jonge planten door, waardoor de plant verwelkt en dood kan gaan. Ze vreten ook gaatjes en gangetjes in aardappelen en peen.
Organisch materiaal
Langpootmuggen en kniptorren zetten hun eitjes af in bladrijke gewassen, zodat de larven zich kunnen voeden. Ritnaalden en emelten komen daarom veel voor op grasland, maar ook in percelen waar groenbemesters zijn geteeld. De insecten hebben daarbij echter wel duidelijke voorkeuren voor bepaalde soorten groenbemesters.
Laagste aantallen in bladrammenas
Langpootmuggen en kniptorren leggen hun eieren bij voorkeur op vochtige grasachtige planten. Na grasgroenbemesters, Japanse haver en biodiverse mengsels kunnen de aantallen emelten en ritnaalden daarom erg hoog zijn. Na crucifere groenbemesters, zoals gele mosterd en bladrammenas, blijven de aantallen het laagst. Tijdig inwerken van deze groenbemesters verlaagt de kans op ritnaalden nog verder.
Zaai deze zomer dus op percelen waar volgend jaar suikerbieten of aardappelen komen bij voorkeur multiresistente bladrammenas, zoals LG DOUBLET Plus. Deze groenbemester bestrijdt namelijk ook actief bietencysteaaltjes én M. chitwoodi, zodat je aan de bieten- en aardappelteelt begint met een lage druk van schadelijke bodeminsecten en parasitaire aaltjes.
Donkerblauw = braak, rood = gras, oranje = bladrammenas.
