De cijfers van de ruim 1.100 ingezonden maïskuilanalyses in de nationale VEM-wedstrijd geven een interessant beeld van de voederkwaliteit van de maïs. Zoals verwacht is de zeer droge en warme zomer terug te zien in de kwaliteit.
Het zetmeelgehalte van de 1.100 ingezonden maïskuilen blijft, zoals werd verwacht, behoorlijk achter. Vanwege de droogte van afgelopen zomer is op veel percelen de kolfzetting en korrelvulling achtergebleven. Dat is terug te zien in het zetmeelgehalte (370) en drogestofgehalte (38,8).
Hoge voederwaarde
De voederwaarde van de kuilen valt echter zeker niet tegen: gemiddeld 1.008 VEM per kilo droge stof. Ook kuilen met wat minder zetmeel scoren veelal goed op de voederwaarde. Doordat de maïs veel eerder is geoogst, heeft er minder ligninevorming plaatsgevonden. Daarom is de celwandverteerbaarheid dit jaar gemiddeld hoger dan in een 'normaal' jaar. Een hogere VEM kan ook komen omdat er iets meer suiker in de maïs zit, door de deels kolfloze maïs.
VEM uit de restplant
De voederwaarde uit de restplant is precies de reden dat Limagrain sinds jaar en dag niet alleen veredelt op zetmeel en opbrengst, maar ook op de hoge celwandverteerbaarheid. Een goede celwandverteerbaarheid maakt dat de koe meer energie uit de restplant kan halen. Het gevolg: meer VEM per kilo droge stof en dus meer rendement uit elke hap snijmaïs.
Het resultaat hiervan zien we elk jaar terug in de VEM-wedstrijd, met dit jaar ruim 1.100 maïskuilen uit heel Nederland. Zoals in de grafiek te zien, gemiddeld 14 VEM per kilo droge stof extra, komend uit de hogere celwandverteerbaarheid.
Laatste kans VEM-wedstrijd
Deze week is de laatste kans om jouw kuilanalyse in te sturen op www.vemwedstrijd.nl! Je ontvangt sowieso een paar warme wintersokken en maakt daarnaast kans op een geheel verzorgd hotelweekend.