De agrarische sector was in gespannen afwachting van de derde dinsdag van september. In de Troonrede zouden agrariërs en betrokkenen de zo gewenste duidelijkheid krijgen over de beleidsplannen die de overheid voor de landbouw in petto had. Al even nieuwsgierig waren we naar de begrotingsvoorstellen ter onderbouwing van die plannen. De teleurstelling was groot. De landbouw kwam niet aan bod. Nog erger: de agrariërs ook niet.
Onnodig te zeggen dat hier sprake is van een gemiste kans. De agrariërs voelen zich al lange tijd in de steek gelaten. De afstand tot ‘de politiek’ wordt daardoor alleen maar groter. Met de verkiezing van Donald Trump in Amerika zien we heel duidelijk welke gevolgen verwaarlozing van de agrarische belangen heeft.
17 november voerden betrokkenen - van banken tot boerenorganisaties én de staatssecretaris - spoedoverleg tijdens een zogenaamde derogatietop. De uitkomst was niet hoopgevend: als de Nederlandse agrariërs niet in aanmerking komen voor de verlengde toekenning van de uitzonderingspositie (de zogeheten derogatie), gaat dat de boeren veel geld kosten. Door het mest uitrijden verder te beperken, kunnen er minder koeien worden gehouden. Gevolg: een lager inkomen.
De opdracht om een plan te ontwikkelen om op korte termijn het aantal koeien omlaag te brengen, zal in de sector zeker niet van harte gaan. De blijdschap over het afschaffen van het melkquotum was na alle nieuwe regelgeving al getemperd, zeker toen de toenmalige staatssecretaris op 2 juli 2015 het plan voor fosfaatrechten ontvouwde. Maar ook dit voorstel - waarin boeren in ieder geval nog het recht zouden krijgen om volgens duidelijke regels bepaalde hoeveelheden mest te produceren - werd door Brussel afgewezen; er zou sprake zijn van staatssteun. Inmiddels hebben veel boeren al een fors aantal koeien bijgekocht om via groei van het bedrijf de lage melkprijzen te compenseren! Want hoe meer koeien, hoe meer melk, des te hoger de cash-flow. Mits de ruimte er is in de stal en op de beschikbare grond!
Te veel regels
En zo bedenkt de overheid steeds nieuwe regels en toenemende lasten voor de sector. Niet voor niets riep in Nieuwsuur een boerin de staatssecretaris ter verantwoording omdat haar bedrijf, dat al meer dan 200 jaar in haar familie is, ten onder dreigt te gaan? Waarom is er geen aandacht voor de moeilijke omstandigheden waaronder de agrarische sector zijn werk moet verrichten? Waarom is het ministerie van Landbouw opgeheven? Het wordt er allemaal niet geloofwaardiger op. De roep om meer betrokkenheid tussen politiek en agrarische sector wordt niet gehoord, zo blijkt uit een eindeloze lijst van regelgeving en besprekingen in de laatste jaren. Fosfaatreferentie, discussie over grondgebondenheid, melkveewet, afschaffing van het melkquotum, herwaardering van landbouwgronden, afschaffing van de rode diesel, afschaffing per 1 januari 2018 van de landbouwregeling in de omzetbelasting, Natura2000 en PAS, en als klap op de vuurpijl de invoering van de fosfaatrechten en de onverklaarbare manier waarop deze regeling in de koelkast is gezet. Over de afschaffing van de ‘derogatie’ wordt gesproken alsof niemand belang heeft bij behoud van de vrijstelling.
Regie noodzakelijk
Er komt zo veel regel- en wetgeving op de sector af dat agrariërs er nauwelijks beleid op kunnen maken. Wat we nodig hebben, is regie! En een begrijpelijk overzicht van de mogelijkheden voor de agrariërs. En vooral: waardering voor de agrarische sector. Dat hebben onze Nederlandse agrariërs gewoon verdiend.
Lourens van der Lelij
lid hoofdbestuur en sectie Agrarisch Vastgoed