Een stijgende vraag naar vezelvlas vanuit Azië biedt perspectief voor de Europese vlassector. Het verbeteren van de relaties met Chinese textielproducenten werpt zijn vruchten af. Vlas heeft prijstechnisch gunstige jaren achter de rug. Daarbij is ook het perspectief voor de toekomst is goed.
De boodschap van de Europese vlasindustrie was afgelopen jaar duidelijk: 'Het financieel rendement van de vlasteelt bevindt zich op een rendabel niveau.' Vraag en aanbod moeten daarom in evenwicht blijven. Voor 2017 verwacht Vlas en Hennep.NL, de vereniging voor de Nederlandse vlas- en hennepsector, wel een areaaltoename in de EU. Kan de markt dat aan? Boerenbusiness vroeg het David Kasse, secretaris van Vlas en Hennep.NL.
Zowel de Franse vlasorganisatie (Cipalin) als de samenwerkende vlasorganisaties (CELC) hameren op het in evenwicht houden van de vlasteelt. Is dit advies in de wind geslagen?
‘Het klopt dat de vlasindustrie pleit voor een markt die in evenwicht is. Wanneer we kijken naar de verkopen van zaaizaad, is het aannemelijk dat er in 2017 een areaaluitbreiding in West-Europa gaat plaatsvinden. In het verkoopseizoen 2016/2017 lag de productie van lange vlasvezels, periode juni 2016 tot januari 2017, 10 procent hoger dan in het jaar daarvoor. Daarbij lag ook de afzet 10 procent hoger. Vraag en aanbod zijn in evenwicht. Daardoor hoeft een lichte areaaltoename niet meteen te leiden tot het uit evenwicht raken van de markt. In Nederland werd vorig jaar 2.415 hectare vezelvlas geteeld. In Frankrijk 88.900 hectare en België 15.500 hectare. Ik verwacht voor Nederland geen grote toename in 2017.’
Zijn Nederlandse akkerbouwers geïnteresseerd in de teelt van vlas of heeft het veel concurrentie van andere gewassen?
‘In ons land is maar weinig uitbreiding mogelijk. Dat komt deels door de concurrentie van andere gewassen en deels door de beschikbaarheid van geschikte grond. Vlas gedijt het beste binnen een bouwplan met niet te veel rooivruchten. Circa 80 procent van ons vlas wordt bij de NAK voor de zaaizaadkeuring aangegeven. Ons land telt 3 kweekbedrijven en ik schat dat ruim helft van al het zaaizaad in Europa uit Nederlandse rassen bestaat. Zaaizaadvermeerdering in Nederland is dé manier om de teelt rendabel te houden. In België en Frankrijk wordt het zaad vooral voor veevoer of consumptie gebruikt. Opschalen in oppervlakte is vooral in Frankrijk beter te realiseren, omdat telers vlas als specialisme hebben en over eigen mechanisaties beschikken. Daarbij komt een grotere beschikbaarheid van grond en de beschikking over grotere percelen.’
In het persbericht wordt beschreven dat de vezelprijzen zich op een goed niveau bevinden. Stijgt ook de contractprijs voor de teler?
Vlasteelt vindt plaats op verschillende manieren: teelt voor een vaste prijs per hectare, contracten op kilo basis, participatiecontracten of vrije teelt. Zoals het er nu naar uitziet, blijven de prijzen nog wel even op niveau. Echter, een voorspelling doen voor het volgende verkoopseizoen is niet mogelijk. De kwaliteit van de oogst van 2016 was lager dan die van 2015. Hierdoor moet voor sommige soorten vlas genoegen worden genomen met lagere prijzen. Voor 'homogene en goed gerote' partijen lagen de prijzen in de eerste 7 maanden van het verkoopseizoen 2016-2017, juli 2016 tot januari 2017, tussen de 1,90 euro en 2,40 euro per kilo. Voor partijen met kwaliteitsgebreken, zeker 30 procent van het totale aanbod, is dat 1,25 tot 1,90 euro per kilo. Bij de afzet van korte vezels is een dalende prijs merkbaar, wat deels met de kwaliteit samenhangt. Hierdoor is meer korte vezel op voorraad, maar dat beeld is niet verontrustend.’
China is een belangrijke partner van de Europese vlasindustrie. Is er geen vrees dat het land zich in zijn eigen behoefte gaat voorzien met lokale teelt?
‘In China wordt reeds vlas geteeld. We zien dat de spinnerijen en weverijen zich sterk hebben vernieuwd en hoge eisen aan vlasvezels stellen. De teelt is juist achtergebleven. De focus in China ligt op voedselproductie. Daarbij komt dat voor de teelt van vezelvlas dure en specialistische machines nodig zijn. Bijna 80 procent van de EU-productie, van lange vlasvezels, wordt naar China geëxporteerd. De rest van de Chinese behoefte wordt gedekt door eigen productie en door landen als Wit-Rusland en Egypte. De markt in Azië biedt perspectief om de afzet te verstevigen. De internationale vlas- en henneporganisatie CELC heeft daarom de focus op het versterken van relaties met de Chinese textielindustrie. Daarbij wordt het label European Flax gepromoot. Dit moet de herkenbaarheid en traceerbaarheid van Europese vlasvezels verbeteren.’
In het persbericht wordt ook vezelhennep genoemd. Is de toekomst voor dit gewas net zo positief?
‘De afzet van vezelhennep is vooral op industriële toepassingen gericht. Bijvoorbeeld voor de auto-industrie of productie van isolatiemateriaal. Vanuit de textielwereld is veel belangstelling voor het verwerken van hennepvezel, als alternatief voor katoen. Technisch is dat lastig. De echte doorbraak moet nog plaatsvinden. Wordt dat werkelijkheid, dan kan de hennepteelt een volgende stap maken. Het Nederlands areaal vezelhennep bedraagt momenteel ongeveer 2.000 hectare. Vezelhennep scoort op een aantal vlakken. Zo is geen chemische gewasbescherming vereist. Het gewas kent nauwelijks ziektes en onkruid speelt geen rol. Ook de waterbehoefte is, ten opzichte van katoen, minder. Het derde pluspunt is dat je, net als bij vlas, via een mechanisch proces de vezel kan ''ontsluiten''. Daarvoor zijn geen chemicaliën nodig. De teelt staat op poten, nu is het de kunst om nieuwe markten aan te boren om te groeien.’
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.