De Europese en Amerikaanse tarweprijzen blijven maar stijgen. De verlagingen in de verwachte oogst voor seizoen 2018/2019 liggen hieraan ten grondslag. Het late voorjaar met de extreme weersomstandigheden levert verre van ideale omstandigheden op.
Het International Grains Council (IGC) verlaagde, in hun maandelijkse reportage op 26 april, de wereldwijde tarweproductie. Die wordt voor seizoen 2018/2019 geraamd op 739 miljoen ton, een verlaging van 2 miljoen ton in vergelijking tot de prognose van maart. Het verschil met seizoen 2017/2018 is een forse 19 miljoen ton.
Niet tweemaal prijs
De sector begint steeds meer in te zien dat de fikse volumes van vorig seizoen niet voor de tweede keer op rij behaald worden. Daarvoor zijn de groeiomstandigheden in de verschillende werelddelen te grillig. Enorme eindvoorraden temperen vooralsnog flinke prijsstijgingen.
De totale graanproductie komt volgens het IGC uit op 2,088 miljard ton, tegenover 2,093 miljard ton vorig seizoen. Meer maïs en hogere eindvoorraden compenseren de lagere tarweprijzen. De eindvoorraad zet het IGC op 257 miljoen ton, tegenover 263 miljoen ton in het huidige seizoen.
Prijsstijgingen
De Matif in Parijs sloot eind april op een koers van €168,25 voor tarwe. Dinsdag 1 mei was geen handelsdag, maar woensdag 2 mei handelt het contract wederom in de plus (€170 per ton). De CBoT was op 1 mei wel open. Daar kreeg het meicontract er $6,34 bij en sloot het op $194,65 per ton, een dergelijk niveau werd voor het laatst op 11 juli 2017 behaald. De laatste handelsdag voor het contract is 14 mei. Ook contracten voor de nieuwe oogst staan in de plus.
Ook dichter bij huis ondervindt de tarweprijs steun. Daar schreven we eerder al over. De reden hiervoor is deels een haperende logistiek vanuit Frankrijk. Beurs Rotterdam noteert voor EU-voertarwe €180 per ton, een verhoging van €4 in vergelijking tot de week ervoor. Half april was dat ook al het geval, maar voor de keer daarvoor moeten we terug naar half juli 2017. Vervolgens kwam de prijs in een vrije val, met €164 per ton als dieptepunt.
(Tekst gaat verder onder de grafiek)De slotkoers op de Matif in Parijs laat een flinke stijging zien.
Meer export
Dat de prijsvorming van tarwe de wind mee heeft, is duidelijk. De wereldwijd lagere productiecijfers zijn hiervoor de hoofdoorzaak. Daarbij is de exportpositie van de Europese Unie (EU) verbeterd, deels doordat de euro in waarde is afgenomen (ten opzichte van de dollar). Zowel de Europese Unie als de Verenigde Staten zagen hun exportvolume toenemen, al loopt die van de EU nog wel 22% achter op vorig seizoen.
Het IGC schrijft ook over droogte in de Zwarte Zeeregio, want dit is positief voor het zaaien van de voorjaarsgranen. Echter, vorst gooit in sommige delen van Rusland roet in het eten; de laatste prognose komt uit op een oogst van 93,2 miljoen ton. Het is een verlaging van 5,5 miljoen ton vergeleken met het huidige seizoen. Voor Oekraïne is de verlaging (-500.000 ton) kleiner. Voor de EU-28 wordt de totale tarweoogst 1,5 miljoen ton hoger ingeschat.
Droogte in Australië
Over de Australische tarweoogst (de vierde grootste exporteur ter wereld) blijft het IGC vooralsnog gematigd positief. De prognose komt op 30,5 miljoen ton uit, tegenover 29,4 miljoen ton in het huidige seizoen. Het Australische agrarische statistiekbureau ABARES publiceert lagere cijfers en komt voor seizoen 2017/2018 uit op 21,2 miljoen ton; een enorm contrast met het recordjaar ervoor, toen 35,13 miljoen ton tarwe werd geoogst. Het schat dat de komende oogst uitkomt op 23,7 miljoen ton.
Akkerbouwers in Australië zijn momenteel bezig met het inzaaien van tarwe; het zaaiseizoen loopt tot eind mei. Daarvoor is echter wel regen vereist. Het land heeft namelijk zijn droogste en warmste winter in 1 decennia achter de rug. Zaaien in de gortdroge grond is echter wel een gok die wordt genomen. In West-Australië, waar 40% van alle tarwe wordt verbouwd, viel slechts 25% van de normale hoeveelheid regen. Ook de komende maanden wordt droger en warmer weer verwacht dan normaal.
Graanboeren en exporteurs in Australië hebben nog meer om voor te vrezen, zo schrijft Reuters. Het land is de op 1 na grootste leverancier van Azië, een positie waar de Zwarte Zee-exporteurs graag aan toornen. De kwaliteit van Australische tarwe staat bekend om zijn mogelijkheid tot het maken van onder meer noedels in China, Japan en Indonesië. De tarwekwaliteit uit Rusland en Oekraïne stijgt echter jaarlijks, waardoor de Australiërs het zwaar krijgen. Bovendien is tarwe uit de Zwarte Zeeregio goedkoper.