Na een slotkoers van €272,75 per ton voor het meest actuele tarwecontract op de Matif daalde de notering voor levering september fors. Woensdag 25 augustus ging er €27,50 van de prijs af. Hoe is zo'n grote daling merkbaar en is de tarwemarkt op het verkeerde been gezet?
Aanvankelijk voelde het fundament onder de Europese maaltarwenotering nog steviger aan dan al het geval was. De opbrengstverwachtingen in de EU zijn flink geërodeerd ten opzichte van dit voorjaar. Woensdag nog kwam het Duitse landbouwministerie met een lagere opbrengstprognose als gevolg van aanhoudend slecht weer.
Stabiele lange termijn
Toch bewoog de koers van het septembercontract voor tarwe op de Matif een heel andere kant op woensdag. Na een prijs van €272,75 op dinsdag sloot de koers op woensdag 25 augustus op €245,25 per ton. Een daling van €27,50. De prijs van het contract van december daalde slechts €2,50 per ton, wat aantoont dat de langere termijn veel stabieler is. De spreiding tussen levering september en december was door de recente prijsstijgingen toegenomen tot boven de €26 en dat is (te) fors.
Het contract voor maaltarwe levering september expireert op vrijdag 10 september. Dit betekent dat alle openstaande posities op dat moment moeten zijn afgewikkeld. Woensdagmiddag stonden nog ruim 16.000 posities open, ten opzichte van 27.500 aan het begin van de week. De flinke prijsdaling heeft te maken met wat in beurstermen een 'short squeeze' wordt genoemd. Bij short gaan rekent de beursdeelnemer op een daling van de prijs. Een long positie duidt op een stijgend prijsniveau.
Short squeeze
Omdat de Euronext Matif termijnmarkt een fysieke leverplicht kent, is het zaak dat handelaren hun openstaande posities afsluiten voor deze datum dreigt. Geen handelskantoor of speculant is er namelijk bij gebaat om met tarwe de wereldbol over te moeten slepen. Vaak heeft de deelnemer niet eens tarwe in bezit en de koper kan zich overal bevinden. Kopers daarentegen willen de tarwe soms wel ontvangen, wanneer dit professionele partijen zijn. Daar ontstaat een discrepantie.
Om dit te voorkomen wordt een stoploss-order afgesloten. Bereikt het tarwecontract een vooraf vastgesteld prijsniveau waar dit stoploss-niveau ligt, dan koopt het handelssysteem automatisch de short-contracten terug. Door deze actie stijgt de koers verder. Hierdoor worden steeds meer niveaus voor automatisch handelen bereikt, waardoor een sneeuwbaleffect ontstaat. Steeds meer shortposities moeten worden teruggekocht. In korte tijd kan de prijs zo flink omhoog schieten. De deelnemers worden uit hun posities 'geknepen'. Vandaar de term short squeeze.
{{dataviewSnapshot(10_1629963422)}}
Een shortsqueeze op het koolzaadcontract op de Matif op 29 april j.l.
Kijkend naar de koers van het decembercontract, dan zien we een veel stabieler prijsverloop dat beter matcht met de internationale granenmarkten. Dit is ook terug te zien in het aandeel net long posities bij Euronext. Niet-commerciële partijen hebben hun net long posities uitgebreid, zo blijkt uit data van woensdag 25 september. Ook commerciële partijen hebben hun long posities uitgebreid in tarwe.
Kwaliteitsissues
Is de koersval dan puur technisch te noemen? Niet helemaal. Wat op korte termijn meespeelt in de EU – en dan vooral Frankrijk en Duitsland – is de kwaliteit van de tarwe. Die valt simpelweg (fors) tegen door aanhoudende neerslag en een gebrek aan zon tijdens de bloeiperiode. Ondanks een kwaliteitsverlaging van de Fransen is het lastig om tarwe met voldoende 'milling specs' te vinden. Roemenië kan op dit moment de meeste klanten wel bedienen. Kijkend naar de lange(re) termijn dan is een tarwemarkt tussen de €225 en €250 per ton reëel te noemen voor dit seizoen. In dit prijsniveau zitten alle ingrediënten (tegenvallende opbrengsten, kwaliteit, Russische exportbelasting, dure vrachtkosten) al verwerkt. Er moeten duidelijk nieuwe impulsen komen om de markt naar boven of beneden te sturen. Die zijn er op dit moment niet.