Een forse stijging van de teeltkosten zorgt ervoor dat deze onvermijdelijk wordt doorberekend in de verkoopprijzen van granen als maïs en tarwe. Het is één van de drijvende krachten achter de stijgende noteringen. Een onverminderde vraag is een ander, al ontstaan er wel kleine breukjes.
Vrijdag 22 oktober sloot het decembercontract op de Matif op €280 per ton. Het september 2022 contract noteerde €243 per ton. Maandag 25 oktober brak de Europese tarwenotering soepel door de €280 grens met een top van €283 per ton. Het is de hoogste prijs sinds november 2012. Ook korrelmaïs noteerde iets hoger. De prijs van het novembercontract sloot op €249.
Beurs VS ook hoger
De Europese tarwemarkt heeft de Amerikaanse mee omhoog getrokken die vrijdag eveneens fors hoger sloot op bijna $278 per ton. Daarmee is de koers bijna gelijk aan het begin van oktober. Ook maïs noteerde een hogere prijs in Chicago. Op de termijnmarkt in Minneapolis brak tarwe door de belangrijke grens van $10 per bushel heen. Een niveau dat sinds 2012 niet meer is gezien. Regen in de VS zorgt ervoor dat de maïs- en sojaoogst halt moet houden, maar het is positief voor de wintertarwe. Lange tijd was het te droog om te zaaien. De tijd begint nu wel te dringen om nog wintertarwe te zaaien.
Wereldwijd blijft de tarwemarkt verder scheefgroeien doordat Russische geketend worden door hun eigen overheid. De exportheffing op een ton tarwe stijgt deze week van $61,30 naar $67 per ton. Daarbij is de wisselkoers van de roebel versus de dollar zeer ongunstig voor de Russen. Het zorgt ervoor dat tarwekopers nu al volop in Australië actief zijn. Vooral Aziatische bestemmingen kunnen goed uit de voeten met tarwe uit deze regio. Na een relatief nat groeiseizoen stevent het land opnieuw af op een topoogst. Dichter bij huis profiteert vooral de EU van de afwezige Russische exportdominantie.
Droogte hindert gewasontwikkeling
Ook in Rusland is het droog, nadat eerder nog een significante hoeveelheid neerslag viel. De wintergranen kunnen daar waarschijnlijk wel mee uit de voeten. In Oekraïne viel minder neerslag waardoor droogte daar wel langzaam een issue wordt. Een slechte beginontwikkeling maakt wintergranen vatbaarder voor de strenge winters in het oosten. In de Europese Unie is vocht geen probleem. Frankrijk had afgelopen week 40% van het areaal wintertarwe in de grond zitten. De oogst van korrelmaïs in heel Europa loopt wel beduidend trager doordat de afrijping dit jaar fors later is.
Wat de granenmarkt voedt – naast productieproblemen en exportbelemmeringen – is de stijgende agrarische inflatie. Ook wel aginflation genoemd. Kunstmest is een belangrijke factor achter de inflatie, maar vrijwel alle inputs stijgen flink in prijs. De verkoopprijzen moeten daarom wel omhoog om onder aan de streep marge over te houden.
Agrarische inflatie 20%
De Britse coöperatie Anglia Farmers houdt een agrarische inflatie-index bij. Die stond op 1 oktober op 220 punten. Een stijging van 22% in een jaar tijd. Grootste stijger is brandstof met 77% stijging. Op twee staat kunstmest met 51% prijsstijging. De inflatie van machines, onderdelen en afschrijving steeg met bijna een kwart. Daarmee ligt de agrarische inflatie op een veel hoger niveau dan waar consumenten mee te maken hebben.
In Nederland hebben boeren nog minimaal vier maanden voor ze dure kunstmest moeten gaan strooien. De herfst en winterperiode wordt vooral gebruikt om een voorraad op te bouwen. Veel ondernemers gokken erop dat de gasprijzen binnen enkele maanden dalen en dat daarmee kunstmest ook betaalbaarder wordt. Akkerbouwers elders in Europa hebben die luxe niet altijd. Zij voegen al stikstof en/of fosfaat toe bij het zaaien. Daarnaast wordt nu al aan het bouwplan gesleuteld. Een populaire optie, onder andere bij Franse boeren, is om geen korrelmaïs maar zonnebloemen te verbouwen. Die vragen minder stikstof. In het Verenigd Koninkrijk kiezen meer akkerbouwers voor eiwitgewassen als erwten en veldbonen in plaats van tarwe. In Rusland wordt een kleiner areaal suikerbieten verwacht door de dure stikstof. De dure kunstmest heeft dus gevolgen voor het areaal en daarmee ook de productie. Zeker wanneer zuiniger wordt omgesprongen met meststoffen. Iets waar granen zeer gevoelig voor zijn.
Maïs of soja
Deze situatie ligt in de VS niet anders. Daar is het vooral een vraag: wordt het soja of wordt het maïs. Daar is zelfs een formule voor bedacht: neem de termijnmarktprijs van sojabonen levering november en deel het door de december-future van maïs. Deze ratio ligt nu op 2.33. Bij een niveau van 2.40 is het aantrekkelijker om soja te verbouwen. Dit gewas vraagt geen stikstof. Het lastige voor boeren is dat zowel soja als maïs historisch hoog geprijsd zijn. Dit zijn beide factoren om juist wél voor het een of ander te kiezen.
Kopers van tarwe klagen ondertussen wel over de prijzen, maar blijven tegelijkertijd morrend aankopen doen. Wel stelde Egypte al driemaal een tender uit. Ook andere landen zijn aarzelend in hun aankoopbeleid. Feit blijft dat de voorraden erg dun zijn wereldwijd. Beter te duur dan niet te koop, is dit seizoen het credo. Zeker voor tarwe blijft het scenario ijzersterk de komende maanden. Een prijsniveau richting €300 is daarbij (kortstondig) niet ondenkbaar. Hier ligt de eerste grote weerstand. De historie leert ons wel dat na deze hoogmoed meestal de val komt. Die is ook in een seizoen goed mogelijk. De prijsbodem is tegelijk een stevige die rond €250 per ton ligt.